Transformer
Ik nam laatst de documentaire over Transformer van Lou Reed op.
Eigenlijk vooral om te proberen of ik het kón: opnemen.
Vanavond keek ik ernaar.
Zoveel dat ik herkende, zoveel dat ik niet wist.
Dat Bowie met de plaat te maken had. En Mick Ronson die ik even verwarde met Mark Ronson en die allang dood is (geen wonder dat hij er zo jong uitzag – het waren oude opnames).
Andy Warhol – dat wist ik natuurlijk.
Ik wist ook wat ‘giving head’ betekende. En dat een ‘he’ een ‘she’ kon worden.
Wat ik in deze documentaire zie zijn leuke mensen.
Ook oudere mensen. Van mijn leeftijd en véél ouder.
Die tóch hartstikke cool zijn.
Mooie muziek. Die ook net anders had kunnen zijn (mannen aan instrumenten en instrumentenpaneel -als dat zo heet).
Holly Woodlawn (van ‘Holly came from Miami FLA’) vind ik een beetje eng.
Joe Dallesandro van wie ik spontaan het naakte fysiek voor het geestesoog krijg (ik zag geloof ik ál die Warhol-films destijds) is nog steeds prachtig.
Valerie Solanas! ze zat niet in de documentaire maar werd wel genoemd ivm het schieten op Andy Warhol en ik herinner me nog hoe ik haar SCUM-manifest heb gespeld.
Dit is een versie van ‘Walk on the wild side’ – het populairste nummer van de LP/cd.
Eigenlijk moet je de hele LP beluisteren.
Er zit ook nog een Jeanie in.
(die een trut was)
Daar is-ie
Ik heb er een, een hometrainer.
Hij is oud en hij heeft geen toeters en bellen.
Met een soort keukenwekker kan ik de tijd instellen.
Calorieën tellen doet-ie niet en m’n hartslag zal ‘m een zorg zijn.
Laat staan dat-ie programmaatjes voor me bedenkt.
Maar hij is een fiets.
Zodat het nu verder aan mij is er iets van te maken.
As time goes by (in Kingman, AZ)
Hip en Trendy
R. en ik dachten: misschien kunnen we na de voorstelling samen iets eten.
Op de site van de Meervaart stonden een Chinees restaurant (geen zin in) een zéér modern restaurant (met allemaal Fusion) en Grand Café Sloterplas.
Dat laatste moest het zijn, zeker omdat het zich afficheert als ongelooflijk trendy en hip.
Het bleek vooral *klein*.
En alle tafeltjes waren om 5 uur al ‘gereserveerd’ op 1 direct na de deur na (koud!!) en een stukje bank tegen de achtermuur.
De bank dus maar.
Een glas wit en een glas rood.
Blik op het schoolbord met hapjes.
Blik om ons heen.
Hier eten?
Of toch liever een bruine boterham met kaas elk in het eigen huis?
Daarvoor gekozen.
Intussen nog wat gegluurd naar de mensen naast ons.
Zeer (ge)blond(eerd) dun meisje van begin twintig met vrolijk eraan geflutste cups die minstens E zo niet F waren.
Vriend is een jaar of tien ouder en oogt wat mediterraan.
Na 5 minuten schuift een andere man aan, die nog wat meer mediterraan is of is het oost-Europa.
Er worden handen geschud en tijdens het halve uur dat R. en ik er zitten zijn de mannen geanimeerd in een buitenlandse taal in gesprek.
Meisje kijkt voor zich, kijkt naar beneden en gaat dan spelen met d’r mobieltje.
De verleiding was groot maar ik nam geen foto’s.
Want je zult zomaar zien dat de man die haar moeiteloos negeert om met z’n gabber te babbelen mij even moeiteloos in mekaar zou slaan als ik dat op de foto zou vastleggen.
Wie ik wél durfde fotograferen waren onze mede-operette-bezoekers.
Niet zo hip-en-trendy.
Professor Stein
“Ik ben benieuwd wie we tegenkomen die we kennen” zeg ik tegen R. (bij de operette – zie hieronder).
Samen weten we zeker: we gaan *niemand* tegenkomen die we kennen.
Wat klopt.
We weerstaan ook de (mijn) aandrang om aan te sluiten bij een bus die mensen die iets ouder zijn dan wij terug brengt naar waar ze zijn ingeladen.
Wie weet komen we uit in Dordrecht.
Of de Veluwe. Of Schin op Geul.
Dan zegt R. dat professor Stein er rondloopt.
Met mevrouw Stein. En dat-ie in de tachtig moet zijn.
We hebben allebei les gehad van prof.mr. P.A. Stein (voor juristen: die van de ‘klapper Stein’).
R. wat langer en meer dan ik. Omdat ik hoofdrichting strafrecht koos. En prof. Stein is burgerlijk recht.
Wanneer R. het me vertelt denk ik: wat moet die man dan nu ontzettend oud zijn! Ik zie in gedachten een gebogen mannetje voor me. Schuifelend.
Nee maar: die professor Stein! ook in de operette!
Dan bij het weggaan wijst R.: daar staat-ie.
En prof. mr. P.A. Stein is nog helemaal *mijn* prof. Stein die toen ook al witgrijs was.
Hij komt me nog zó bekend voor dat ik denk dat ik hem kan groeten en dat hij dan ook zal weten wie *ik* ben.
Alleen had ik 40(!) jaar geleden Inleiding Burgerlijk Recht van ‘m.
Zodat hij mij voor de geest staat als de dag van gisteren maar ik hém vast ben weggezonken in een moeras van gezichten die ooit voorbij trokken (en dit gezicht haalde ook nog eens met moeite en grote tegenzin destijds een 6 voor zijn vak).
Der Zigeunerbaron
Alweer zeker een half jaar geleden bedenken R. en ik dat het ons hartstikke leuk lijkt vanmiddag naar de operette te gaan.
Der Zigeunerbaron. Uitgevoerd door de Nationale Opera van Timisoara (=Roemenië).
In De Meervaart in Amsterdam.
Ik haal R. om kwart over 1 op (het begint om half 3) en we zijn veel te vroeg dus rijd ik wat rond en dan blijkt een stuk buitenwijk afgesloten ivm ‘filmopnamen’ en dan halen we het nog op het nippertje. Ook nog bijna 4 plompverloren overstekende ganzen doodgereden. Alsof het met de stress niet op kon.
De dirigent heeft amper twee maten geslagen of we weten al dat het mis is.
Een doffe klank heeft het orkest. En tráág dat het speelt.
Voeg daarbij zangers die zeer matig tot gewoon matig zijn en voor driekwart niet om aan te zien.
De meeste vrouwen zijn wel mooi. Dun en mooi. Ze dragen opzichtige kleren. Past er wel bij. En zoveel lagen make-up dat je slechts kunt raden naar het smoeltje dat eronder zit (en naar de leeftijd ervan).
Er is een balletje met vier mooie meiden en vier mwah mannen.
Na het eerste bedrijf zeg ik (die de inhoud niet vantevoren heeft gelezen) tegen R. : “is het nu afgelopen?”
Nee, zegt die: “de schat moet nog gevonden worden.”
O. Want eigenlijk vond ik het toen al mooi zat.
Maar we slaan ons eerst door een pauze en dan door het tweede bedrijf en leuker wordt het er niet op.
Ongein, flauwe slapstick, onverstaanbaar zgn. Duits.
“Ik versta het niet, versta jij het?” zegt een vrouw naast me hard tegen de vrouw naast háár.
Het publiek is ook bijzonder.
Het is oud. Niet ’50+-oud’. Maar: écht oud.
En nichten (vaak een teken dat het wel flauw maar ook wel leuk is) – daarvan zie ik er maar twee.
Wat pleit voor het publiek: het klapt beleefd maar niet meer dan dat.
Geen ge-bravo!! geen open doekjes.
Adekwate operette verdient een adekwaat applaus.
Géén ‘oehoe’
In Vroege Vogels een verder leuke column van Alma Huisken die melding maakt van een ransuil in haar omgeving.
Ze hoort ‘m roepen, zegt ze: “oehoe – oehoe”.
Oehoe?
Toen ik laatst mijn ransuil zag, zocht ik direct zijn geluid op.
Dat blijkt *geen* oehoe te zijn.
Het is een zacht en heel ánder geluid.
Luister maar (onderaan de pagina).
Ik vind dat dom.
In een programma als Vroege Vogels.
Die columniste kan zich vergissen en denken dat elke uil ‘oehoe’ zegt en verder een eind weg fantaseren.
Maar op die redactie moet toen ze haar stukje inleverde toch iemand hebben gedacht: jamaar… zo *klinkt* een ransuil helemaal niet.
Kingman, AZ
The Time Traveler’s Wife
Ik las The Time Traveler’s Wife van Audrey Niffenegger.
Ik kocht het boek een paar maanden geleden in Amerika tweedehands – maar wel zonder vouwen in de rug want ik wil ook tweedehands boeken zoveel mogelijk met de illusie ‘bijna nieuw’ lezen.
Wel vouwtjes in de kaft.
Eerst dacht ik: spannend want tijdreizen = sf en vroeger las ik graag SF.
Toen dacht ik: te romantisch. En legde ik het boek een week weg (en las een thriller).
Eergisteren pakte ik het weer op en vandaag las ik het in zes uur uit.
Af en toe aarzelend, soms kritisch, vaak ‘gegrepen’.
Jankend bij de laatste 30 bladzijden.
En toen als conclusie toch weer: jamaar.
Wil je het ook lezen? Ik stuur het tegen verzendkosten maar het is een zwaar boek dus dat is wel € 3.50.
‘Hebbes’ in de commentjes.
Time flies als je even niet oplet
Een paar dagen geleden droom ik over iets dat ik deed toen ik jong was.
Tussen de 20 en de 30.
In de droom bedacht ik dat ik het voortaan heel anders ging doen.
Ik kan me niet herinneren of het te maken had met een man of met werk of iets heel anders. Maar ik werd wakker met een heel sterk ‘voortaan anders doen’-gevoel.
Langzaam werd ik me bewust dat daar geen tijd meer voor was.
Want wát het ook was (andere man kiezen, andere baan) – voor alles was het te láát.
Niet per se feitelijk te laat (al zie ik noch die man noch een baan in de praktijk gebeuren). Maar kwa ‘voor de rest van mijn leven het roer omgooien’ te laat.
Omdat de rest van mijn leven al zover is gevorderd.
Daar werd ik heel ongelukkig van.
Het besef dat het geen zin meer heeft om het licht te zien.
Dat zelfs áls ik nu iets heel nieuws zou bedenken, dit nooit teniet kan doen wat ik tussen mijn 25e en nu heb gedaan.
Wat weer een niet meer weg te denken basis heeft gelegd voor het beperkte aantal jaren dat nog komt.
Bullhead City, AZ
Een uil met oortjes!
Ik ga snel de knagers voeren en het kippenhok dicht doen.
Wanneer ik terugloop naar huis zie ik de turkse tortels die al in hun nesten zaten alle kanten op stuiven. In de perenboom landt een slanke vogel. Zie ik oortjes? Is het een uil?
Ik loop langzaam, ik nader de boom, ik ga zo staan dat ik de kop van de vogel beter zie.
Ja! puntige oortjes!
“Oh” doe ik. “Oh”.
En ik dénk: volgens mij ligt mijn camera beneden, zal ik die halen.
Maar omdat ik alsmaar stom “oh” en “oh” sta te zeggen besluit de uil te vertrekken.
Snél vliegt hij. Over de straat. In de lengterichting.
En de vogel die zittend niet veel groter leek dan een kauw blijkt opeens enorm!
Die vleugels! Meters breed! En stevig.
“Oh”
[update: het moet een ransuil zijn geweest]
Communicatie op twitter
Sorry is de ‘hardest word’ maar leidt tot niets
Als mensen hun excuses aanbieden, leidt dat meestal niet tot een beter gevoel bij de benadeelde partij. Dat blijkt uit een experiment van psychologen van de Erasmus Universiteit van Rotterdam.
Excuses helpen nauwelijks om beschadigde relaties te herstellen, ook al denken mensen vaak dat ze zich beter zullen voelen door een verontschuldiging van de ander.
(bron)
Approaching Yuma, AZ
Enjoy
Sammie wil graag weten of hij alsnog kan meedoen met de tuinvogeltelling
Nelson, NV
Sonderbar
“Die Zeit ist ein sonderbar Ding”
Ik denk wel eens: hoe houden mensen die wél sociaal zijn al hun contacten toch bij.
Verwaarlozen zij niemand, worden ze niet verwaarloosd. Wanneer heb je voldoende contact, wanneer niet genoeg.
Ik heb een paar mail-contacten (en R. natuurlijk).
En ik wil best maar ik doe het altijd fout denk ik wel eens. Ik begin enthousiast en dan slons ik of de ander slonst en ik denk: ach, lamaar.Of ik doe wél een poging maar dan wordt het een flutmail en een ander keer doe ik écht m’n best en laat iemand mij in de plomp zakken.
Gedoe – relaties. En dan heb ik het dus nog niet eens over ‘love’ of ‘in love’.
Vandaag denk ik opeens: zal ik M. weer eens mailen.
M. en ik waren ontzettend close bevriend toen ik begin twintig was.
We hadden ook een minnaar gemeen (niet gelijktijdig).
Toen die dood ging (ik hoorde het in het Radio 1 Journaal) mailde ik haar.
Zij mailde terug en het was alsof we verloren terrein rap herwonnen. Maar toen ging ze een paar weken op vakantie en ik mailde dat ik bang was dat we nu het momentum kwijt raakten. Nee hoor, mailde zij.
Maar na twee mailtjes na die vakantie (de laatste was van mij) stopte inderdaad het contact.
Zal ik weer mailen.
In mijn besef speelde dit een jaar geleden.
Ik zoek in mijn mailboxen: het is meer dan drie jaar geleden.
Dat is meer dan ‘momentum kwijt geraakt’.
Dat is ‘lamaar’.