Me and my mouse
Toen ik Guus vannacht alweer met de ‘grote prooi’-loei de trap op hoorde komen dacht ik: nu is het gebeurd. Hij heeft mijn muisje (zie hieronder onder de Kerstgedachtes) nu echt te pakken.
Vanochtend vond ik geen restjes maar dat is niet vreemd, de heel erg kleine muisjes eet Guus inderdaad met kop en staart en ingewanden (die laatste vindt hij bij de grotere smerig en laat hij dan liggen).
Een groot deel van de dag zit Guus op de rand van het aanrecht te turen naar de kier waar muisje woont/woonde.
Om zes uur verkast hij naar het overloopje boven terwijl Sammie ook daar in de buurt in een doos ligt.
Ik besluit tot de Test. Een klein stukje kaas op enkele milimeters voor de kier leggen en dan zelf ook een uur iets anders gaan doen.
Net gekeken: de kaas is weg.
Iemand uit mijn familie-Muis leeft dus nog.
Wat een erg prettige Kerstgedachte is.
Kerstmail
Ik wéét dat het van sommigen goed bedoeld is en ik vermóed dat het van anderen 1 grote kijk-mij-eens is, dat collectieve kerstboodschappen rondsturen.
Gelukkig heb ik er per jaar minder last van.
Omdat ik mijn virtuele vrienden beter kies of omdat ze intussen de kat hierover hebben begrepen.
Vandaag krijg ik een mail van Michael Moore (ik sta op z’n mail-lijst).
Hij wenst me goeie kerst en ev iets anders als ik dat liever heb. Subtiel.
En geeft me een gedachte mee die ik mooi vind.
Here’s a good thought from the writer William Rivers Pitt:
“Before Santa and presents and shopping and all the attendant Christmas (stuff) got involved, this holiday was enshrined to commemorate a guy who got nailed to a tree for daring to tell people to be kind to one another. If you have two cloaks, He said, give one away. Remember those who have less than you, be charitable, be good, be merciful.”
Yuma, AZ
Kerstgedachte -2
Het begint ermee dat Guus de halve ochtend op het randje van het aanrecht zit te loeren naar de kier waarin muisje woont.
Dan doet hij de grote-prooi-loei en wanneer ik naar beneden ren zie ik hem enthousiast spelen met het kleine prulletje.
Pootje erop – laten gaan.
Achtervolgen, mondje erop. Weer laten gaan.
Even kwijt onder de platenkast. Weer gevangen!
Dan kwijt aan de andere kant van de kamer bij de Mail Lite dozen (die net achter het aanrecht staan).
Daarna weer uren op de rand van het aanrecht staren naar de kier.
Hoopt Guus op een nieuwe muis? Weet hij meer dan ik en is muisje via-via terug op het honk?
Wat een kut-Kerstdag voor mijn muisje.
De mijne hield trouwens ook niet over.
Maar ik ben niet geplet door een grote voet met scherpe nagels en er heeft ook niemand puntige tanden in mijn nek gezet dus hoe erg kan het dan eigenlijk zijn.
Otje
Na uitgebreid tafelen terug richting polder
Thrift store Kingman, AZ
Volbracht
Dit is een kutmaand.
En soms heb ik niet zo’n last van de kutmaand en soms meer en soms heel veel.
Dit jaar was het ‘meer’.
Niet dagenlang ontroostbaar snikken dus, maar wel behoorlijk depri.
De maand kent een aantal dagen met ‘gevaarzetting’.
Drie om precies te zijn.
De verjaardag van mijn man (3/12), oudjaarsdag en vanavond.
Omdat voor mij als ooit katholiek Kerstavond het echte kerstfeest is.
Gefeest heb ik vanavond niet.
Prutje gekookt. Tv gekeken.
‘Dag muis’ gezegd.
En nu bedacht dat het volbracht is.
Morgen en overmorgen nog even uitzitten.
Dan vrijdag lang opblijven en kattenluikje dicht en Guus troosten en dat is het dan weer.
Muisje en ik slepen ons er wel doorheen.
Kerstgedachte
Ik heb muizen.
Ik weet het en het is ok.
Ik probeer ze niet uit te roeien, ik voer ze ook niet.
Tot vorige week.
Ik zag een mini-muisje over mijn aanrecht schieten en verdwijnen in een kier aan de zijkant.
Ik legde wat duivenpinda’s neer op een paar centimeters van de kier.
Muisje haalde ze op en ik bleef het doen en soms deel ik wat van mijn boerenkaas-op-rantsoen met haar.
Kerstgedachte.
Samen het beste ervan maken.
Beetje gezelligheid ook.
Ja, je moet toch wát als in deze dagen ietsje eenzame vrouw alleen.
Net komt Guus naar boven.
De ‘grote prooi’-loei. In zijn mond een mini-muisje.
Búiten-muisje, denk ik in eerste instantie.
Dan laat de sukkel het ontsnappen en dan pakt-ie het en dan weer ontsnappen en het kruipt achter een doos en ik zet die doos opzij zodat Guus er achter kan.
Guus grijpt weer het mini-muisje. Maar opeten homaar.
Wanneer het muisje opnieuw ontsnapt, pak ik het af. Het ziet er helemaal gaaf uit.
Ik voel een hardkloppend hartje in een warm lijfje.
Ik denk: zou dit muisje wel van buiten komen? of is het misschien *mijn* muisje?
Ik breng het muisje naar beneden en zet het bij de kier op het aanrecht waarin het direct verdwijnt.
Ik luister. Verwacht een kloppartij. Omdat ‘mijn’ muis de indringer niet pikt.
Zie dan op de vloer de rol keukenpapier en het pak toastjes.
Guus had dus écht ‘mijn’ muisje te pakken.
Ik snijd nog een stukje boerenkaas af en leg het héél dicht bij de kier.
In de mensen en de muizen een welbehagen.
Gewoontemens
Voor ik echt eet (en soms in plaats van dat ik echt eet), doe ik me tegoed aan kaaskoekjes.
Van een bepaald merk. Waar ik dol op ben.
Vroeger at ik ook wel andere kaaskoekjes.
Die heb ik nog in de kast liggen. Voor in geval van nood.
Nood is nu.
Ik ben sinds gisteren door mijn favoriete merk heen.
Dus eerst de kaaskoekjes met houdbaarheid dec 2010. Niet te vreten.
Toen die van 31-12-2010. Ben nog misselijk van het voorzichtige hapje.
Die van juni 2010 maar meteen weggekieperd – je kunt veel net (of zelfs *ruim*) over z’n houdbaarheid eten, maar kaaskoekjes blijkbaar niet.
Nootjes dan.
Gepelde pistache. Nog meegenomen uit Amerika.
Ook uiterste houdbaarheid dec 2010.
Eentje geproefd.
Getver.
Eenden voeren
Mijn eenden tonen zich wanhopig.
Waren ze eerst nog een beetje bang voor me, nu staan ze direct achter mijn huis naar binnen te kijken.
Doe ik het raam open dan komen ze nog wat stapjes dichterbij en bij het eerste stukje brood gaan ze los. Het is vechten om iets te bemachtigen.
Ik zie dat ze honger hebben.
Dat moet wel, anders waren ze niet zo tam (geworden).
Maar is het verstandig ze te voeren? Ik bedoel: je hebt altijd mensen die zeggen dat je alles mag voeren, maar eenden *niet*.
Dus vraag ik het boswachter André Donker op twitter.
Die zegt: voeren mag. Brood is toegestaan maar liever gemengd graan.
En dan: “zoveel als ze in 10 minuten op kunnen”.
Ik geef het maar even door.
Yuma Cemetery
Boodschap
Hier zit ik nu al weken over te denken en ik vind geen manier om het niet truttig te laten klinken.
Daarom niet meer gedraald maar hier komt-ie – m’n boodschap.
Blik terug: ik was ooit 16 en 20 en 28 en 35 en nog zowat.
Telkens zag ik perspectief maar ook beren.
En er was fun maar ook enorm gezeur en gedoe en gemekker.
Was ik wel leuk genoeg, slim genoeg, goed genoeg, mooi genoeg, lief genoeg, verleidelijk genoeg, sterk genoeg.
Wat dan ook ‘genoeg’.
Wat er telkens toe leidde dat ik de sprong in het leven en daar met volle teugen van genieten wegduwde en uitstelde.
Ietsje proeven en dan … ´maar ja´.
Niet dat ik geen lol heb gehad.
Ik heb hartstikke veel lol gehad.
Maar ik had méér lol kunnen hebben.
Daarom meisjes, vrouwen: SPRING.
Doe die opleiding die anderen je afraden, probeer die baan, ga voor die man (of die vrouw), ga weg bij die man (of vrouw).
Doe waarvan je denkt dat je zou *willen* en waarvan je je afvraagt: durf ik? kan ik? zal ik dat nou wel doen?
Spring.
In het ergste geval ga je op je bek.
Waarna je kunt opstaan.
Maar er is echt niks erger dan later denken: toen ik 16, 20, 28 of 35 was ben ik in de verleiding geweest om iets te doen maar toen dacht ik ‘na … laat ik die sprong maar niet wagen’ en je dan voorstellen hoe je leven zou zijn geweest als je wél was gesprongen.
Misschien was niet alles anders geworden, misschien alleen een jaar of een paar maanden of misschien maar een week.
Maar tenzij het gaat om iets als hoer worden voor een loverboy of je in mekaar laten slaan door een creep (daar heb ik het natuurlijk niet over): SPRING.
Geloof me – niks zo erg als spijt van wat je niet hebt gedaan.
Troost
Vanochtend stap ik per ongeluk op de weegschaal.
Ik had me voorgenomen dat pas in januari te doen denkend: december is voor mij depri-maand, ik troost-eet, ik word dik – januari is vroeg zat voor het onder ogen zien (letterlijk) wat er aan pondjes door het mondje is bijgekomen. En daar dan iets aan doen.
Maar daar sta ik en ik kijk naar de schaal en zie iets waar ik niet blij van word.
Dikker dan in jaren. Daar komt het op neer.
Niet ‘nooit meer eraf te krijgen’-dik.
Maar een klus zal het worden.
Wat nou zo grappig is terwijl ik me volvreet aan de laatste nog ergens gevonden nog net niet bedorven pinda’s:
over tien dagen is er kwa zeuren over gewicht geen verschil tussen mij en de vrouwen die met hun liefje, echtgenoot, kinderen, goede vriendinnen (m/v) zich een maand ongans hebben gegeten.
Dan gaat het alleen nog over het resultaat.
De te vele kilo’s. Het verlangen die eraf te krijgen.
Liefst met zo min mogelijk moeite natuurlijk.
En wat ons heeft gebracht tot volproppen – daar heeft niemand het dan over.
Kauwtjes
Uitgegraven
Mijn werkster heeft mijn auto uitgegraven.
Voor het geval ik in geval van nood (=ziek dier) écht weg moet.
Verder
– bracht mijn werkster vandaag andijvie en wortels enzo mee die ze op mijn verzoek voor mijn dieren heeft gekocht – bij AH en ik moet zeggen, dat is toch wel een klasse beter dan de Plusmarkt
– hangt een ontzettend aardige buurvrouw van verderop die ik niet eens van gezicht ken af en toe een zakje biologisch groen aan m’n deurknop
– heb ik een wijnpakket laten bezorgen
Kwa noodpakket ben ik nu door mijn favoriete zoutjes heen en heb ik mezelf met de mandarijntjes en de boerenkaas op rantsoen gezet.
Dadelijk komt in het Radio 1 Journaal een item: wat eten we dit jaar met kerst.
Ik ben reuze benieuwd.
El Centro, California
Mooie Radio op Radio 1
Bijna vijf jaar stond ik elke dag op om half zes voor Fanlog Radio 1 Journaal.
Daarna was ik tussen de middag weer paraat en dan om half vijf opnieuw.
Tot ik dat niet meer trok.
Sinds maart schrijf ik op de Klooiende Koude Kalkoen over radio maar zonder dwang, alleen als ik zin heb.
De verleiding een oordeel te geven over de radiomakers kon ik niet weerstaan.
Zie hier mijn: wie is de beste presentator, beste verslaggever, beste programma.
Volgens mij natuurlijk.
Maar als iemand fanatiek Radio 1 luistert en dat al jarenlang ben ik het wel.
Zodoende (in alle bescheidenheid – haha).
En als je wil meepraten, me gelijk of ongelijk geven – graag.
Maar dan wel dáár.
Raam open svp
Zelf vind ik dit geen weer om door een dikke laag sneeuw het dak van het schuurtje te beklimmen en dan te zeuren dat ik het raam van mijn werkkamer moet opendoen om weer naar binnen te klimmen.
Sammie ziet dat anders en wie ben ik dan. Open dus, dat raam.
Waarna Guus er ook wel uit wil.
Hoewel… bij nader inzien eigenlijk toch ook weer niet.