Grote Kerk (St. Laurens), nh
Vier konijnen
zijn boos, heel boos. De tamme Josef is het boost van al, de pittige Belladonna het minst. Tijdens het ontbijt werden ze in hun lieve lurfjes gegrepen en in de mandjes gedaan. Ze weten nog niet dat we lekker een stukje gaan rijden en dat dokter Jessica ze dan gaat bevoelen.
Dit is een tussenstop om rustig verder te ontbijten. Dat helpt, want de tocht wordt zonder hyperventileren volbracht.
En het was voor bestwil, want vandaag was het algemene myxamatoseprikdag.
Kroos
Ochtendkat
Zagen we dinsdag dat Guus vond dat de pinguins moesten worden ingevoerd, zien we vandaag dat de Ziggo-kastjes van de `interactieve tv’ nog niet zijn geïnstaleerd.
En hij weer slapen, na het ontbijt. Dat was om 7.30 uur, daarvóór had hij al een wandeling door het dorp gemaakt.
En Sammie? Als steeds: ik er uit, hij er op.
Na het ontbijt
moet er even gerust worden.
Guus heeft daarvoor een nieuwe plek gekozen, tegen de doos `nog in te voeren pinguins’; een verantwoorde kleurencombinatie.
Sammie houdt het bij zijn van oudsher favoriete plek, het voetenend van het bed.
Eigenlijk dut iedereen na het ontbijt, behalve ikzelf. Dat komt waarschijnlijk omdat ik dat serveer en niet eet.
Gisteren – 2
Als kerk voor deze zondag kies ik de St. Nicolaaskerk in Amsterdam, (gisteren) gezien vanaf de voorlaatste halte van de Arrivabus lijn 100 die mij vanuit de polder naar Amsterdam – en weer terug – brengt; de auto laat ik rustig op Wollandje in de Rijp staan.
@Jaap en andere doorweekte regenliefhebbers:
Ik hou helemaal niet van natworden door de regen. Daarom had ik het over KIJKEN naar die nattigheid. Ik bezit en gebruik meerdere parapluies. Sinds kort ook een superieure, stormbestendige SENZ, de beste bescherming van de regenwandelaar, zeker in combinatie met een engelse waxcoat.
Wie wil, mag in de regen lopen, dat doen sommige van de konijnen ook, de cavia’s niet, de kippen soms; Guus zit soms in zachte miezerregen en Sammie blijft liever droog thuis.
Gisteren
Het uitzicht ligt hier weer weid open, want er is van de rechterboom een grote tak afgezaagd (nee, niet afgewaaid). De blaadjes zitten nog aan de bomen, die intussen ook een stuk groter zijn dan op de foto hierboven. Het raampje vcan de kijkdoos is dus een stuk groter – en dan heb je, als je links van het beeldscherm kijkt, nog een brede vista.
Gisteren was een topdag qua wisselvallig, hollands herfstweer: regen (van gedruil tot stortbui), wind (hard en zacht), zon (fel en pruilerig), lucht (grijs en open). Naar weer? Integendeel. Het uitzicht veranderde voortdurend, met steeds weer andere lichtstanden en kleuren, andere geluiden.
Het was prachtig want dit landschap is voor zulk weer gemaakt.
ps: het is vreemd, voegt dit stadsmens die vaak het Concertgebouw bezoekt hier nog aan toe: als je `buiten’ bent is regen veel minder storend dan in de stad en wind is een soort muziek waarmee het Concertgebouw een zware concurrent heeft.
Een week verder….
Otje en Jozef kennen elkaar vandaag twee weken. Otje kwam van de knaagdierenopvang waar zij als gedumpt konijn zat te wachten hoe haar leven verder zou verlopen en Jozef zat te pieteren als weduwnaar van Snuf, waarmee hiuj altijd zo aanminnig was.
Over de vreedzame kennismaking in week één heeft J. in woord en beeld uitgebreid bericht. Nu week twee. Voor de duidelijkheid eerst een foto van het territoor.
Ze bleven vriendelijk met elkaar omgaan, vooral rond etenstijd. Tussendoor zaten ze meestal in verschillende hoeken van de ren – bij voorkeur bovenop het Home en op het Alpenhuisje, waarbij ze wisselden wie op welk dak zat en of ze daarbij elkaar aankeken of juist kont-kont zaten. Jozef zat wel eens in het prieel, dat al jaren bij alle konijnen de favoriete plek was, hoe wrak, tochtig en nattig ook. Otje liep er wel eens door, want een achterkant heeft het intussen ook al niet meer. Als ze bij elkaar in de buurt waren, wilde Otje Josef wel likken, wat hij verdroeg, maar ook niet meer dan dat. Soms schrok Otje, ik denk van een onbekend geluid, en ging hollen met Jozef er achteraan, die dat na een paar meter wel weer genoeg vond. Bij dit alles was Otje de levendigste. Zij groef wat, klom wat om een knabbelblaadje te pakken te krijgen, terwijl Jozef vooral in de loungehouding bleef. Beiden zaten, regen of niet, hoofdzakelijk buiten: het Home bleef leeg, er zat wel eens iemand onder het Alpenhuisje, het bladerdak was voldoende parapluie.
En na een dag of drie was er ontwikkeling. Otje ging, net nadat ik de voerbak had neergezet waarnaar ze beide aangestormden, dan als voorgerecht grondig het meneertje likken, die, zij het wat minder intensief, ook haar kop en lijfje minzaam beroerde. En dan gingen ze eten.
De volgende stap was dat ze, om en om, steeds vaker in het prieeltje gingen zitten. Ik dacht toen, misschien is het niet groot genoeg voor twee welgedane konijnen die comfortabel willen liggen.
En toen zag ik vanmorgen dit:
Maar nu: overleeft het prieel dit intensief gebruik. Ik ga maar eens met monumentenzorg bellen.
De torenspitsen van De Rijp
Links de St. Bonifatiuskerk, rechts de Hervormde Kerk.
En waarom vandaag De Rijp? Omdat het daar kermis is, met drinken en klinken en andere soorten van vermaak, voor elk wat wils van jong tot oud.
Die zwarte vlek is geen UFO of donderwolk, maar een vuiltje op mijn lens.
Huishoudelijke mededelingen:
J. is veilig in Yuma, AZ, aangekomen waar het bloedheet is, zo rond de 100 Fahrenheit (en dat is heel veel Celsius). Vol dadendrang heeft zij de studie van de wonderbare plaatselijke begraafplaatsen weeropgevat.
Met de 17 K’s in Grootschermer (twee katten, vier konijnen, zeven cavia’s, drie kippen en één R) gaat het prima.
Vliegen boven de Grand Canyon
Portland International Airport
Wachten bij de Gate
Weg
Wég uit herfstig Nederland – om terug te komen wanneer het officieel herfst is.
Dag lieve diertjes, dag lieve mensen.
Bijna!
Het is acht uur en ik kijk naar buiten en Otje zit Jozef te likken en die schudt haar af: hè! mal wijf!
Een minuut later likt ze hem weer en dan weer schudden en dan nog een keer.
En dan wat zéér korte sprintjes.
En nog meer likken.
En hij zit op het Alpenhuisje en zij staat er op haar achterpootjes naast.
*Bijna* zijn ze klef.
Ik ga het nét niet meer meemaken (het is nu donker en ik rijd morgen om zes uur -ook donker- weg).
Goeie kans dat als R. hier morgen aankomt ze samen lijfje-aan-lijfje zitten wachten op het ontbijt.
En anders overmorgen.
De aanhoudster wint.
Aanhoudster=Otje.
Niet ik.
Ik keek alleen maar en zond schietgebedjes.
Waarom vliegtuigeten niet lekker is
Veelgehoorde kritiek is dat luchtvaartvoedsel smakeloos of saai is. Het zijn echter niet matige kokscapaciteiten die aan tegenvallende vliegtuigmaaltijden ten grondslag liggen.
(..)
De eerste resultaten van een onderzoek tonen aan dat zoute smaken in de lucht 20 tot 30 procent minder sterk zijn. Zoet is 15 tot 20 procent minder intens. Ook kruiden lijken een zwakkere smaak te hebben. Zuur en bitter daarentegen worden nauwelijks beïnvloed door de omstandigheden.
Ook blijkt dat reuk, als gevolg van de droge vliegtuiglucht, minder goed wordt.
En bijna 80 procent van wat mensen ‘smaak’ noemen, is eigenlijk geur.
De veranderde smaakperceptie aan boord van een vliegtuig betekent dat sterke smaken beter werken dan de mildere maaltijden. Kip en vis, met op de grond wellicht een subtiele smaak, lijken in de lucht al snel smaakloos. Een curry of een glas tomatensap blijken redelijk op smaak te blijven.
Een eerste optie is vooral maaltijden met sterke smaken te maken. Deze behouden voor vliegende eters meer smaak dan voeding met zachte, subtiele smaken.
(..)
Ook de wijnkeuze moet anders.
Lichte wijnen verliezen eerder hun smaak, waardoor de smaak van alcohol snel domineert. Een zware wijn blijkt in de lucht meer smaakvast.
(bron)
Ach Guus, wat lief! dat had je nou niet hoeven doen…
Aanhoudster
De aanhoudster maakt vorderingen en lijkt te gaan winnen.
Vanochtend geef ik om kwart over zes eten.
Jozef zit al bij het bakje, ik doe er eten in, Otje komt aanhollen.
“Kom maar, liefje” zeg ik en dat helpt.
Otje eet uit het bakje. Dan duwt ze zgn onopvallend haar kopje tegen dat van Jozef.
Die doet wel 10 seconden alsof hij niet merkt dat er een lief vrouwenhoofd tegen zijn hangoortje hangt.
Dan maakt hij zich los, rekt zich uit en gaat iets anders doen.
Dus géén terugdeinzen, géén achter haar jagen.
Gewoon laten gebeuren.
Even althans.
Bijpraten
Over twee dagen ben ik ergens boven Groenland.
Dus wil ik nog wat zaken bijpraten.
Zoals de kipjes.
Daarmee gaat het prima. De Wyandottes zijn herstellend van de rui, Bernadette heeft zich bij ze aangesloten en wordt niet meer weggepikt.
Sterker: Dotje heeft bedacht dat ze moederkloek is die de andere wijst op lekkere hapjes.
Zo interpreteer ik het maar de interpretatie van Inge is de juiste: de kloekende hen voelt zich als háán. En als we geluk hebben gaat ze nog kraaien ook.
Zou ik érg leuk vinden. Zet ‘m op, Dotje!
Vanochtend wou ik ze alle drie fotograferen toen ze oprukten naar de achtertuin.
Dat viel niet mee. Bernadette ging in ruststand (kon ik in elk geval kieken) maar An en Dotje doken meteen de bossages in.
Denkend: wie weet heeft zich ook nog een wonder voltrokken keek ik ook weer eens in het leghok. Zou er een eitje zijn.
Nee.
Daarmee wachten ze natuurlijk tot ik weg ben.