Inzoomen op het netje: het zit eraan vast.
Het is géén kunstwerk, het is echt om mee te spelen. Het staat aan de rand van een parkeerterreintje bij een kerk.
Over mezelf en andere dieren
Vorig jaar zag ik ze amper, m’n egels.
Nu zie ik ze elke dag. En ik hoor ze.
Een jonge egel vertoont zich al eind middag en dan begin avond (vanaf 7 uur) tot half elf.
En misschien daarna ook nog, maar dan kijk ik niet meer.
Ik voer hem (bio)eitjes.
Kippengraan eet hij ook.
Mini-lijfje schuift laag over de grond en is schichtig.
En o, zo lief.
Ergens later in de nacht komt een andere egel. Een grotere. Zijn moeder?
Ik zag haar een paar keer omdat ik toen ging kijken.
En sindsdien word ik even wakker soms wanneer ik een ei hoor rondduwen en kraken en denk dan: daar is ze.
Gisteren stuurde ik iemand deze foto (gisteravond genomen van de jonge egel, wat je niet kunt zien maar hij is dus amper 2/3 van een normaal formaat egel) en vroeg: vind jij egels ook zo leuk.
Hij reageerde: ik ken ze alleen van doodgereden op de snelweg.
Dat vind ik erg.
Ook dát vind ik erg.
En als het zou helpen om de soort te redden zou ik er voortaan nog een vierde eitje bij leggen.
Maar zo simpel is het leven niet.
Met konijn Thomas lijkt het beter te gaan.
Hij eet een beetje. Dat is een goed teken.
Wel zit er nog iets dwars in zijn darmen.
Hij moet dus behandeld blijven.
Middel dat de darmen stimuleert en pijnstiller.
Inge zal het doen.
En op haar advies komt Bella Donna mee.
Zodat Thomas weet dat het leven zin heeft.
En zodat ze na het afmaken van zijn kuur niet opnieuw hoeven te koppelen.
Mariette liet nóg een programma op mijn fotokaartje los en opnieuw: niets.
Ik moet het denk ik onder ogen zien.
Twintig dagen en 1030 foto’s (met bijbehorende herinneringen): wég.
Ik denk: kan ik volgend keer niet tussentijds gemaakte foto’s steeds ergens op kopiëren. Elke dag of paar dagen.
En dan niet via internet want als ik het net op kan ben ik niet te houden (ik ken mezelf) en dan ben ik niet echt wég.
Maar: wáárop.
Of misschien doe ik er beter aan niet alles op 1 kaartje te zetten maar verdeeld over meerdere kaartjes. Opdat niet álles gewist kan worden.
Dus zoek ik naar kaartjes van 512MB zoals ik nu nog 1 heb. Of desnoods 256MB (heb ik er ook nog 1 van). Die blijken niet meer te bestaan.
Je hebt 1GB en 2GB en dan ook weer extra mooi opgetuigde 1GB en 2GB.
Maar die laatste moet ik niet in mijn camera doen, legt Mariette me uit, want nieuwerwets en ouderwets klikt niet samen.
Ik ben elf dagen terug.
Ik heb 1 kip (Femke) laten inslapen.
Ik heb 1 konijn (Thomas) net bij de dierenarts achtergelaten met een ook voor de dokter raadselachtige kwaal.
Een harde streng in zijn darmen.
Hij wordt onder het röntgenapparaat gelegd en tegen 1 uur mag ik bellen.
M’n foto’s zijn niet van mijn gewiste kaartje te krijgen (hoewel Mariette na 1 avond falen me heeft beloofd het deze avond nóg een keer te proberen – mijn ‘goede hoop’ op een ‘goede afloop’ slinkt per minuut).
Verder wil m’n nieuwe website niet van de grond komen omdat wat ik wil te ingewikkeld is maar ik wil het écht (wat lastig combineert met WordPress dat zegt “dat zullen we nog wel eens zien”).
Zoals ik al zei: ik ben elf dagen terug.
En een definitief gewist fotokaartje en een mislukkende (of: zéér traag lukkende) nieuwe website, dat is dan niet anders.
Maar m’n dieren.
Hoe kan het toch dat ik voor hen zo’n beroerd karma heb.
Ik loop over straat en een man belaagt me.
Hij wil mijn tas.
Ik denk: mijn geld, ok, maar *niet* mijn tas.
Al dat gedoe met de credit cards etc blokkeren, alsjeblieft!
Ernst Hirsch Ballin biedt aan met me op te wandelen.
Naar een politiebureau.
Wanneer we daar zijn loopt hij weg.
De vrouw achter de balie hoort mijn verhaal aan en vraagt hoe de boef heet die mijn tas/geld wil.
Zodat ze dat kan opnemen in haar administratie.
De man hangt in de deurpost.
“Hoe heeft je,” vraag ik.
“Politie” zegt hij.
In de droom vind ik dat een beetje raar maar niet zo raar als ik dat nu ik het optik vind.
Ok, doe maar. Zegt de vrouw achter de balie.
Waarop ik al het geld uit mijn portemonnee haal (ongeveer € 150-200) en dat aan de man overhandig die hierna wegloopt.
Hippo bracht me op een idee.
Ik zóu ze inderdaad allemaal naar iemand kunnen toesturen die ze voor mij zou ontwarren.
Met meegestuurd de doosjes waar ze in moesten. Die natuurlijk goed inschatten.
Maar wat óók kon: zélf doen op tijdstippen dat ik anders wat zit te twitteren of doelloos zit te surfen.
Dat doe ik nu een half uur en het werpt vruchten af.
Zodat ik beslissingen kan nemen mbt de ‘pakketjes’.
Ik zet ze hieronder.
Willen jullie nog even schieten?
De bedoeling is dus, dat het goedkoper wordt naarmate het er méér zijn.
1) tien katten en honden = € 2,50
2) tien katten = € 2,50
3) tien honden = € 2,50
4) 25 katten en honden = € 4,50
5) 25 katten = € 4,50
6) 25 honden = € 4,50
7) 50 katten en honden = € 7,50
Bij 50 ga ik niet meer uitsplitsen omdat het dan weer teveel gedoe wordt.
Zeg het maar.
O ja: verzendkosten komen er dus wel *bij*.
Het lampje brandt op mijn telefoon: ik heb een bericht.
Maar ik heb géén bericht. Wel blijft een ánder lampje branden.
Ik druk er op en zie een telefoonnummer dat begint met 0299 = mijn eigen netnummer.
Het komt me niet bekend voor maar dat zegt niets.
Ik herinner me nu ook dat R. me dat vertelde: ik heb nummerherkenning. Was ik me eerder niet van bewust.
Google: hoe vind ik de persoon die hoort bij een telefoonnummer.
Een aantal sites zeggen ‘probeer mij’ maar bakken er niets van.
Deze wel. Ik blijk te zijn gebeld door G.B. uit Oosthuizen, wonend in de Raadhuisstraat.
Laat ik nu gisteren in die Raadhuisstraat zijn geweest, maar wel 60 nummers verder.
Ik heb volgens mij niet slordig geparkeerd en ook niet bij het passeren een fietser geschept, dus wát wil deze G.B. van mij??
Nu zijn naam ingevoerd in google.
De eerst vindbare vermelding leidt me naar deze site.
Zie de rechterkolom bovenaan: een tandarts voor angsthazen (in Volendam).
Wat krijgen we nou! ik ga braaf om de twee maanden naar mijn mondhygiëniste (in Oosthuizen) maar ben inderdaad al een paar jaar niet naar de tandarts geweest. Nu zal toch niet een willekeurige tandarts me daarover gaan béllen?
Pas na een kwartier kom ik op het idee het kaartje van de mondhygiëniste (bij wie ik gisteren was) erbij te pakken.
En jawel: hetzelfde telefoonnummer. Zal dus wel iets over de rekening zijn geweest of de mondhygiëniste wil de voor augustus gemaakte afspraak verzetten.
Nummerherkenning is lang niet zo leuk als ik altijd dacht.
Ik blijf om het kerkhof heen lopen en zie een feestelijk versierde flat met daarvoor een groot beeld.
Ik bekijk het beeld aan de voorkant en ik kan het ook niet helpen dat mijn oog valt op zijn geslachtsdeel. Daarop is het oog van een ander ook al eens gevallen, zie ik. En niet alleen het oog.
Een vrouw doet zoet plastic in de plastic bak.
Andere buurtbewoners zijn minder proper. Allemachtig wat een vies volkje, die Kogers!
Ik was in Koog aan de Zaan.
Dus wil ik de begraafplaats bezoeken die letterlijk op een steenworp is van waar ik moet zijn.
Helaas, hij is dicht. En het licht valt er zo beroerd naar binnen dat fotograferen toch een ramp was geworden.
Dus loop ik er omheen.
Tegen het hek van het kerkhof staat een hoop troep.
In een straatje iets verderop viert men voetbal.
Ook leuk: Hyves die me mailt of ik mijn vader een kaartje wil sturen voor vaderdag.
Ja hoor, wil ik best! Bezorgen jullie ook in het hiernamaals?
Of alleen als ik het adres @hemel @hel @vagevuur heb?
En dan met kotnummer erbij?
Zal ik er dan ook een kaartje bij doen voor mijn moeder, mijn man en mijn beste vriendin?
Krijg ik dan korting? Omdat ze bij elkaar in de buurt wonen?
De laatste dagen doet twitter het niet-zo-goed.
Twitter ligt er regelmatig uit.
Dat is balen en verbijten en dan huppakee daar gaan we weer.
Vannacht slaap ik ongelooflijk slecht.
Veel dromen (niet-leuke), veel wakker worden.
Om half vijf dan maar opstaan omdat ik tóch niet meer slaap en de kauwtjes even na vijf uur zich massaal op het eten van de knagers storten dus laat ik die dan maar voor zijn.
Knagers gevoerd, PC aan, twitter aan.
Althans: dat was de bedoeling. Maar urenlang *is* er geen ’twitter aan’ want twitter is over capacity:
Too many tweets! Please wait a moment and try again.
Vanmiddag om een uur of vier probeer ik het nog eens.
Al snel houdt twitter het weer voor gezien: “Oops!” zegt twitter en “Something is technically wrong.”
# fail #fail #fail!!!!
En nee: dat lucht *niet* op.
Vorige week (is het echt pas 8 dagen geleden) vloog ik met Delta Airlines.
Prima, hoor. Op wat detailkritiek na maar daar gaat het nu niet over.
Op de terugweg reisde ik via Detroit.
Wat een érg grote luchthaven is (en niet zo leuk, vond ik).
Mijn toestel uit Phoenix vertrok ietsje later dan gepland.
Het duurde een minuut of tien voor ik er uit was toen we aan de gate stonden (en ik zat best vooraan).
Mijn connecting flight was anderhalf uur later maar ik had er zin in dus zette tempo richting die gate in de hoop daar in de buurt een aardige eetplek te treffen.
Parallel aan mij rénde een man. Hij stopte bij een gate waar Delta naar Amsterdam vloog.
Het toestel stond er nog.
Opgewonden gebaarde de man. Maar: de deuren waren dicht, hij kwam er niet in.
Thuis keek ik eens op mijn eigen reservering voor september/oktober.
Ik had dertig(!) minuten om over te stappen in Detroit.
Hou rekening met: iets te laat de lucht in, iets te lang taxiën, zeurkousen die de weg versperren zodat ik langzaam uit het toestel raak, hóllen naar die andere gate vér weg waar de deuren 15 minuten voor ze airborne gaan worden gesloten. O got, dacht ik.
Dus zoek ik op of ik nog kan wijzigen. Dat kan. Van dertig minuten naar zestig minuten. In Detroit of Minneapolis. Allebei enorm grote airports.
Ik zoek ook ‘zomaar’- stel dat ik nu vérs zou boeken. Dan zou het kunnen via Portland met een tussenstop van 3 uur.
Ik bel Delta en krijg Mara aan de lijn. Die had ik eerder en: die was léuk.
Ik geef mijn reserveringsnummer en zeg dat ik wil praten over mijn terugvlucht en ik heb nog niets gezegd of *zij* zegt: “Maar dat haalt u nóóit!”
Volgens hun computer is het een toelaatbare overstap maar ze is het eens: dat wordt niks en ook al zou het wél wat worden, ze begrijpt heel goed dat ik erover pieker en wil ik via Portland – geen probleem.
‘Grote prooi’ doet Guus beneden en op het kleed ligt een mini-muisje. Te snoezig voor woorden.
De echte liefhebster moet even klikken op de foto.
Ik maak een foto en zie nu aan de helderheid van de oogjes dat dit een levend muisje is.
Dit beseft het muisje zelf óók zodat het een sprint trekt naar onder de kast waar zéér veel dozen (een deel: tijdelijk, maar daar hebben we nu niets aan) voor staan.
Goh. Denkt Guus. Die even kijkt in de richting waarin het muisje verdween en dan loopt naar de koelkast waar volgens hem (verwachtingsvolle blik naar mij) het échte voedsel uit moet komen.
Ik vrees dat we een nieuwe huisgenoot hebben.
Die misschien vriendjes kan worden met die ándere door Guus gevangen en weer vrijgelaten muizen die intussen in 1 van de keukenkastjes zijn getrokken.
Een keukenkastje waar al het voedsel wordt opgeborgen in plastic tonnen.
Maar aan de keutels te zien mag dat de pret niet drukken.