Avondleed
Om acht uur zie ik An en Bob richting nachthok wandelen en Femke wandelt er achteraan.
Hè-hè en ziezo denk ik.
Dát is goed gegaan. Nu samen op stok, morgen vriendinnen.
Om negen uur: herrie in de tent.
Krijsende Indische vechtkrieltjes. Woest tokkelende Femke.
Femke drijft ze in een hoek. Waar ze ze niet aanvalt maar de krieltjes zijn wel bang en vluchten.
Krijs-krijs, tok-tok.
Ik doe de schuurdeur open en meteen zit Femke binnen. Ze installeert zich op een plank van een kast. Ziezo.
Wat dus niet de bedoeling is.
Tot nu toe liet ik haar de afgelopen weken in de schuur wanneer ze wou, omdat ik haar een extra plekje gunde tijdens haar verdriet. Maar dat was om even rond te kijken, *niet* om (weer) in te gaan slapen.
Femke naar buiten getild. Upset.
An en Bob: ook upset.
Een uur later.
Ik heb een huisje dat voor de knagers was en waarin Agnes toen het nog in de knagersren stond wel eens een ei legde bij het kippenhok gezet.
Is me afgeraden. Maar ik kan het niet meer aanzien.
1 van de Bob en Ans lijkt het wel wat. Die loopt erin en roept de ander.
Maar de ander zit (ik zie het door de deur-op-kier) intussen op stok en die roept dat het daar ook helemaal ok is.
Ze besluiten: stok zal het zijn.
Wanneer ik naar binnen ga loopt Femke verstoord tokkelend het nachthok in.
Zal ze blijven? Zal ze de andere kipjes eruit meppen?
Mijn aanwezigheid werkt in elk geval niet kalmerend dus ik vertrek.
An en Bob
An en Bob blijken niet ‘An en Bob’ te heten.
Het bejaarde echtpaar dat ze een jaar huisvestte in een konijnenhok (omdat de dierenwinkel zei dat dat ruim zat was) en ze toen een beter huis gunde bij Inge (van wie ik ze nu weer heb) heette zo. Het was dus meer een code.
Niet dat ze geen An en Bob kúnnen heten.
Eerst ze maar eens uit elkaar leren houden.
Om 1 uur arriveerden ze. In een mandje waar ze niet uit wilden.
Al snel dachten ze (dachten *wij*, als mensen) dat het hier helemaal ok was.
Ze aten graan, ze ontdekten een stukje jungle waar het erg plezierig wormpjes graven was.
Femke kon haar ogen niet geloven. Toko-tok-tok deed ze (verontrust, volgens ons).
Wapperen met de vleugels. En toen R. en ik Inge de achtertuin lieten zien volgde ze ons en bleef tokkelen en wapperen.
Bob en An bleven de hele middag in hun stukje jungle.
Een uur geleden strooide ik wat graan om ze eruit te lokken. Met succes.
(wat ik niet van de foto’s kan zeggen)
Toen kwam Guus aanzetten mauw-zeur en dat vonden ze eng dus daar gingen ze weer, de jungle in.
Geen ruzie dus.
Twee best gelukkige Indische veldhoenders.
Een wat verwarde niet zo gelukkige hybride legkip (want Femke blijkt helemaal geen Barnevelder te zijn zoals ons destijds is verteld).
Yuma, AZ
Coach
Hoe zat het ook weer? Psychiater en psycholoog zijn beschermde beroepen maar ’therapeut’ niet?
Ik weet het niet helemaal zeker maar wat volgens mij echt iedereen zich mag noemen is ‘coach’.
Opruimcoach, afvalcoach, droomcoach, schouderserondercoach, ontdekjezelfcoach en nog meer coaches dan ik in een halve minuut bij mekaar kan bedenken.
Moeten ze zelf weten, zul je denken.
Elke gek kan immers ook een webwinkel beginnen.
Klopt.
Maar wat nou zo raar is (vind ik): er is emplooi voor al die zelf benoemde ‘ik weet het beter dan jij en voor duur geld zal ik je dat vertellen’-coaches.
Mensen zien zo’n bordje gespijkerd aan de deur (of vaker nog: aan internet) en ze denken: hè ja, laat ik dat eens doen. Me toevertrouwen aan iemand die niet eens een opleiding heeft die ze hiertoe kwalificeert of hooguit een cursus bij de LOI.
(misschien ook eens overwegen als het toch niets wordt met de Amerikaanse kinderboeken)
Bob en An
Morgen tussen 12 en 1 komen Bob en An – twee dames die vriendin moeten worden met Femke.
Ze wonen nu in Bennebroek waar ze door de andere kipjes gepest worden.
Hun huidige eigenares, die ze komt brengen, noemt ze ’tuttebollen’.
Yuma, AZ
Eten
Ontbijt is de enige maaltijd waar ik aan hecht.
Ontbijt is zachtgekookt eitje (als het kan van de eigen kip), sap (sinas/grapefruit), thee.
Ook zeer licht geroosterd sneetje maisbrood maar meer dan een enkel hapje neem ik daar niet van – ik scheur het in kleine stukjes om uit het slaapkamerraam te gooien voor Femke.
Sap persten L. en ik vroeger op de ochtend zelf en dat hield ik nog een tijd vol in mijn eentje maar de laatste jaren pers ik eens in de 5-7 dagen een kan.
Dat wou ik vandaag ook doen. Alleen blijkt de persdop er niet te zijn
Ik kijk waar ik die mogelijk in een vlaag van verstandsverbijstering kan hebben neergelegd: niets.
Ik zoek waar mijn werkster die idem: ook niets.
Ik bereid een maaltijd (hoewel ik toen dacht: laat dat dan ook maar zitten).
Sla uit een zakje, pijnboompitten, stukjes kaas, beetje ui, eitje.
Iets van Calvé er overheen.
Was best lekker.
En nu morgen dus geen sap. Balen.
Oudjes? weg ermee! (en dan hebben we het over begin 50)
Aart Zeeman presenteert woensdagavond voor de laatste keer Netwerk. Hij werkte twintig jaar bij het tv-programma en voorloper Hier en Nu. De 52-jarige tv-presentator wordt opgevolgd door Ghislaine Plag, die Netwerk sinds eind vorig jaar al eenmaal per week presenteert. Zeeman besluit later deze maand of hij als verslaggever voor het programma blijft werken.
”Aart heeft in 1996 aan de wieg gestaan van deze actualiteitenrubriek en heeft al die jaren veel voor ons programma betekend”, aldus Netwerk-hoofdredacteur Peter van der Maat. In 2009 won Aart Zeeman De Tegel 2008. Hij kreeg deze prijs, samen met redacteur Michiel Hendrikx, voor een reportage over vrouwen die door middel van embryoselectie willen voorkomen dat zij een erfelijke vorm van kanker doorgeven aan hun dochter. ”Dat we nu met hem stoppen zegt niets over zijn kwaliteiten en prestaties, maar vloeit voort uit de vernieuwingsoperatie die de Ncrv op dit moment doorvoert.”
Na Cees Grimbergen dus ook Aart Zeeman.
Nu maar hopen dat de ambitieuze schoudertjes van Ghislaine Plag dit allemaal gaan wáármaken.
Hulp bij het werk
Eten
In het Radio 1 Journaal is deze week een serie van Joris van de Kerkhof.
Over Vincent van 12 die te dik is.
Het is Mooie Radio (zoals eigenlijk alles van Joris van de Kerkhof).
Dus luister ik aandachtig en schrijf ik er elke dag een stukje over op Fanlog.
Vanochtend ging het over eten.
Wat Vincent die moet afvallen nu eet.
Dat zijn moeder een sla maakt. Met kaas en pijnboompitjes en kalkoenreepjes en komkommer en croutons.
Zodat ik vandaag denk: zal ik ook?
Ik koop sla en komkommer en (afgeprijsd, dat treft) een zakje eikenbladsla en een zakje rucolamix. Eieren natuurlijk. Pijnboompitten. Kaas (div soorten).
En calvé slasaus (twee soorten) omdat ik mezelf ken: als ik meer moet voorbereiden dan een zakje openmaken en er pitten en kaas bij gooien verdwijnt het gezonde spul over een paar dagen in de groene bak.
(ik ben nu erg benieuwd)
Yuma, AZ
Tashi (= lie-ief)
Ik mag Tashi even naar buiten laten.
Dat vind ik leuk en gelukkig vindt Tashi het ook leuk.
(helaas blijkt de batterij in mijn camera leeg)
Tashi wil over haar buikje gewreven en over haar kopje en dan doet ze heel even (genietend?) de mooie ogen dicht.
Spelen wil ze dit keer ook.
Dus moet ik hangen aan iets touwachtigs dat zij stevig tussen de kaken klemt.
Tashi wint (en nu doen mijn armen pijn omdat ik me natuurlijk niet kinderachtig wilde gedragen en stevig terug-trok).
Na een kwartier denk ik: genoeg gespeeld en genoeg geaaid en ga ik even zitten op 1 van de tuinstoelen.
Zodat Tashi op schoot wil en ik haar moet uitleggen dat ze geen kleine pup meer is maar een volwassen vrouw en dat dit echt niet meer kan.
Weer vijf minuten later wil ik naar huis.
‘Kom’ zeg ik tegen Tashi die de pootjes ferm in het grasveld plaatst.
Ik loop het halletje in en roep nog eens.
Niks. Ik loop op het hondje af dat doet of het denkt dat ik weer wil spelen.
Vlak voor de deur sjor ik aan haar halsband en zeg iets als ’toe nou liefje’.
Zinloos.
Pas wanneer ik streng klink en zeg dat Tashi nú naar binnen moet, doet ze dat ook.
Wat is het toch een lief hondje dat het niet hard ging blaffen toen ik de sleutel omdraaide en wegliep.
Yuma, AZ
Niet leuk (genoeg)
Twitter is volgen en gevolgd wórden.
Van wie je volgt lees je de teksten, degenen die jou volgen lezen de jóuwe.
Ergens vorige week kwam Lara Rense in mijn leven.
Als nieuwe presentator van Radio 1 Journaal.
Ik ging haar volgen omdat ik veel NOS-sers volg.
Zij volgde mij niet.
Tot gisteren. Toen volgde zij mij ook.
En ik probeer (wat niks te maken heeft met Lara Rense maar een soort algemene strategie is) om niet al te erg te leuteren. Omdat ik dat bij anderen ook stinkvervelend vind.
Gaat iemand douchen, boterham smeren etc: gááp.
Ik ben niet superbot dus zeg tegen een paar vroege twittervogels ‘goeiemorgen’ maar verder beperk ik me tot twitteren over Radio 1 Journaal en soms nog een beetje over ánder Radio 1 en heel soms nog iets anders.
Totaal op een dag 10, hooguit 15 tweets.
Ergens vandaag is Lara Rense mij weer gaan unfollowen.
Heb ik toch te vaak ‘hallo X’ gezegd? Boeit haar dat hele Radio 1 Journaal niet zolang ze er nog niet werkt?
Is er een andere reden dat ik haar irriteer?
Het aantal tweets kan het niet zijn, denk ik.
Wat dan wel?
Geen idee.
Zoeken naar kippen
Ik kan ze niet vinden, de fokkers van leuke rassen in mijn omgeving.
Kinderboerderijen (andere tip) vind ik wel – maar niet waar ze van kippen af willen.
Marktplaats dan toch maar.
Een loglezer wijst me op twee jonge hennen: kind had ze gekregen, keek er niet naar om, vader wou er vanaf.
Advertentie gisteren geplaatst, ik mail direct: kippen zijn al weg.
Ik kijk zelf. En zie erg veel hennen samen met hanen aangeboden.
Dat is niet de bedoeling – hoe lief ik hanen ook vind.
Dan krijgen we de sector ‘cru’.
Drie ‘slachthennen’ – nou ja zeg!
En nog erger: drie hennen te *ruilen* tegen drie diepvries-exemplaren.
Ik zoek verder maar ik vind niks.
Wanneer me te binnen schiet dat ik ooit ben benaderd via de Knaagdierenopvang over kippen.
Gevonden op een terrein in Alkmaar. Dat doet zich natuurlijk niet zomaar nog een keer voor maar ik mail mijn contact bij de Knaagdierenopvang Heiloo.
En zij mailt iemand die gedumpte kippen opvangt. En iemand anders die over Kippenforum gaat.
Nog éven, zeg ik tegen Femke.
Die me niet-begrijpend aankijkt.
Nou ja – ik kan niet álles hebben.
Telefoon
De telefoon gaat.
Met een jongeman ‘van NRC Handelsblad’.
Of het gelegen komt. Waar gaat het over (vraag ik).
Hij belt me *niet* over een abonnement (zegt hij).
O jee, denk ik.
Hij wil iets weten. Commentaar ergens op. Misschien wel op wat ik ervan vind dat de NOS de talentjes Michiel Breedveld en Catrien Straatman heeft teruggeworpen in de verslaggeverspoll.
Maar hij mág me iets aanbieden.
(opluchting)
Omdat ik ooit abonnée was mág hij me nu 5 weken het NRC aanbieden voor 2 Euro per week.
Het NRC. Hij zegt het wel tien keer achter elkaar.
Het antwoord is nee. Omdat ik niet nóg meer papier in huis hoef dat ik toch niet lees.
En het zou flauw zijn om te zeggen dat het dat het NRC was waardoor ik afknapte.
Maar hélpen deed het niet.
Stomme call centers.
Yuma, AZ
Gezocht: twee hartstikke lieve vriendinnen voor Femke
Een half uur ruk ik onkruid uit. Zorgvuldig de brandnetels vermijdend, maar er is meer dat prikkerig irriteert heb ik nu ontdekt ook al zorgt het niet voor nare blaren.
Femke pikt soms een wormpje. Maar echt gezellig hebben we het niet samen.
Gezond is ze wel. Bijna elke dag een eitje. Maar ze straalt ‘eenzaam’ uit.
En je zou nog kunnen zeggen dat ik dat projecteer maar wanneer mijn werkster (vanmiddag) zelf erover begint dat het kipje zich ontheemd voelt dan weet je zeker dat het wáár is.
Want: boerendochter. Die mij bovendien oversentimenteel mbt dieren vindt.
Het moet dus maar.
Twee nieuwe vriendinnen. Lief karakter. Niet te bang. Niet te overheersend.
Weer Barnevelders? Leuk ras, vind ik. Maar misschien iets te assertief?
Ik zoek de Australorp op. Goed karakter. Rustig. Tam te maken.
Zijdehoender. Rustig, makkelijk tam te maken, lief voor kinderen. Te koop bij een magnetiseur in Kelpen-Oler en ik weet niet waar dat ligt maar *niet* in Noordholland.
Ik zoek verder. Al snel naar ‘kippen te koop’ in het algemeen.
Zelfs dat levert weinig op.
Een paar ‘gratis af te halen’-kittens zie ik wel.
Laat ik dat nou maar niet doen.
Diertjes
Ik kocht in Amerika niet alleen gewone kinderboeken.
Ik kocht ook boeken over dieren die voor kinderen zijn geschreven.
Dus simpele taal, grote letters, mooie plaatjes (getekend of gefotografeerd).
Ook leuk voor volwassenen trouwens, uitgaande van mezelf als graadmeter voor die volwassenen.
Maar.
Omdat ik inkoop in de woestijn in het zuidwesten van Amerika (de Sonoran Desert om precies te zijn) gaan veel van die boeken over dieren die je daar tegenkomt.
En ook als ze niet per se -uitsluitend- daar leven: de meeste zijn niet heel erg aaibaar.
To say the least.
Ik heb daarom véél boeken over slangen. En hagedissen. En padden en kikkers. En vleermuizen.
Vinden kinderen dat wel leuk? Vinden ze dat niet eng. Of vies.
Zit ik me nu dus af te vragen.