Te boeken als Sinterklaas
We maken kennis met de met een zwaar Surinaams accent sprekende ‘Kenneth Meerman’: “U kunt mij boeken als Sinterklaas. Nu ook met zomerkorting.”
“Nou, succes” zegt een man cynisch. Terecht natuurlijk. Want hoe politiek correct en multi-culti we ook willen zijn, bij Sinterklaas denken we niet aan een Surinaamse man en al helemaal niet aan 1 die zo stom is dat-ie ons zichzelf wil aansmeren “met zomerkorting”.
Maar dan. “Zorg dat je adverteert in de Telefoongids en Gouden Gids dan heb je dat deel vast voor elkaar.”
En later: wie iemand wil zoeken voor een evenement zit óók helemaal goed in die Telefoongids en Gouden Gids.
Er zijn een paar variaties op deze radioreclame. Allemaal laten ze iemand horen van wie je direct weet: die is dus zéér ongeschikt voor waar hij zichzelf voor aanprijst. Dat weet je omdat je het hóórt.
Wanneer die iemand een advertentie in de Gouden Gids had gezet met “te boeken als Sinterklaas” had je geen idee gehad dat het een Surinaamse oetlul was. Dan had je ‘m -o gruwel- misschien wel geboekt. Of je was er achter gekomen toen je hem belde.
Wat weer extra moeite-voor-niks zou zijn geweest.
Maar misschien begrijp ik het wel verkeerd.
Maar goed maar goed maar goed
Mieke van der Wey is weer ‘goed’ bezig vanochtend.
Van Catrien ‘zeg maar’ Straatman die het vanochtend ook nog eens had over ‘geen zin aan‘ werd ik bij het beluisteren van het Radio 1 Journaal evenmin blij. Dus schreef ik een erg nijdig stuk en gooide dat daarna weer weg.
Op Fanlog hield ik het op ‘best leuke uitzending’.
Vraag me niet waarom. Of vraag het wel, ik weet alleen het antwoord niet.
Naast me ligt een volgekalkt vel met ongeveer 25 dingen die ik dit weekend écht moet doen.
Dat is moedeloosmakend.
Ik moet er eerst maar eens orde in aanbrengen.
Hoe doen andere mensen dat toch – die ‘orde’.
Gluren naar de buren
Mail van Jeroen Krabbé
Geachte Jeanne Doomen,
Nu nog maar 12 dagen en het is 1 april. Dan moet Omroep C tenminste 50.000 leden tellen. Het gaat goed met de werving, C heeft nu 38.326 leden.
Maar we moeten zien te voorkomen dat we, met de eindstreep in zicht, het net niet halen. Daar hebben wij uw hulp bij nodig.
U bent al lid van Omroep C. Daarom durf ik een persoonlijk beroep op u te doen. Met nog één kleine inspanning gaat het C lukken.
Ieder lid maakt één ander persoon lid. Liever meer, om zeker te zijn. Maak bijvoorbeeld elke dag tot 1 april één ander persoon lid.
Kom nu in actie, voordat onze kans voorbij is.
En dan:
P.S. Voor elk lid dat u werft, maakt u kans op 3 x een 8-daagse cultuurvakantie naar Istanbul voor 2 personen, 1 x een jaar lang gratis naar het theater of 5 x een jaar lang gratis naar het museum
Jammer dat ik helemaal niet op ‘cultuurvakantie’ naar Istanbul wil – laat staan met een ander persoon. Terwijl ik bij ’theater’ denk aan André van Duyn. En (ander) ’terwijl’ ik hoogstens 1x per 5 jaar naar een museum ga – en dan in Amerika.
‘Zeg maar’ etc
Tegen het eind van dat gruwelijke “ja of nee!”-“ik stel u een vraag!”-programma van Sven Kockelmann zit de column ‘Het Ochtendhumeur’ die bijna altijd leuk is.
Vandaag is hij érg leuk dankzij Bert Vuijsje. Hij heeft het over taalgebruik bij het NOS-Journaal. Zoals dat irritante “zeg maar”. En “zich irriteren”. En “aankomende zondag” ipv “komende”. En nog wat vb-en.
Ook noemt hij “aangeven”. Dat is een woord dat mij ook al erg lang stoort. En waarvan ik vroeger altijd iets zéi als iemand het gebruikte in de zin van “hij gaf aan dat hij daar wel zin in had” oid. Maar intussen lijkt iedereen dat te zeggen en je kunt wel blijven zeuren (wat ik ook graag dóe) maar wanneer men je dan collectief glazig aankijkt met ‘hoezo’ in de lege blik wordt het zinloos.
Bert Vuijsje geeft nu een leuk voorbeeld van hoe hij het uitlegt (bv aan zijn studenten). ‘Aangeven’ doe je alleen een kopje thee óf een misdrijf bij de politie. Alle andere keren dat je in de verleiding komt het woord te gebruiken moet je gewoon even ietsje dieper nadenken en je afvragen wat je ermee bedóelt. (dat laatste zei hij niet, dat zeg ik)
Thrift Store in Yuma, AZ
Liefde!
Tweeëneenhalve week hebben Snuf en Jozef door het gaas naar elkaar kunnen kijken. Eerst werden ze daarvan erg opgewonden, na een tijdje leek de lol er vanaf. Ze zaten vaak wel bij elkaar in de buurt maar soms met de rug naar elkaar, geen pogingen elkaar dwars door de tralies te bereiken.
Vandaag was de dag.
R. maakte het gaas aan twee kanten open.
Dat vonden ze erg interessant. Ze vonden elkaar óók interessant.
Maar die nieuwe ren erbij leidde erg af, al dat verkennen en markeren en dan óók nog een nieuw konijn.
Dan opeens, na een minuut of tien: Snuf doet liefdesbeetjes in de flank van Jozef. En ze likt zijn hoofd.
Waarna de aandacht meer wordt verlegd naar elkáár en ze een uur bezig zijn met aan elkaar ruiken, bij elkaar zitten, wég hupsen, nog eens gaan kijken.
Snuf lijkt hierin het initiatief te hebben.
Dan bedenkt Jozef dat een *man* niet een watje is en dat hij toch even op Snuf moet wippen (=tevens dominantie). Dat wil ze eerst niet en dan laat ze het een paar keer toe. En daarna gaan ze een tijdje rennen door de twee rennen en dan weer naar elkaar kijken en dan etc.
Ik maakte foto’s maar ze vallen wat tegen.
Toch: vooruit – een impressie.
Eind van de middag heeft het tweetal bedacht dat ze inderdaad elkaars grote liefde zijn.
Zodat nu nog de enige vraag is: waar slapen ze vannacht. Dus: your place or mine.
WalMart
Kom nou, lente – kom!
Origineel is het niet, maar de lente kan me niet snel genoeg komen.
En dan heb ik het niet over het (mooiere) weer – hoewel dat mooi meegenomen is.
Ik heb het over de spreeuw die het vertrouwde nest links boven mijn werkkamer weer aan het her-inrichten is. En de andere boven de slaapkamer.
Die zijn er al.
Gisteren zag ik een koolmees wegvliegen met een donsveertje van een van de kippen.
Een kauwtje vloog met een te grote tak (en liet die vallen).
Lammetjes staan buiten bij het gehucht Noordeinde. Vandaag voor het eerst.
De paardenbloemen ontkiemen tussen de steentjes in mijn tuin. Elke dag ietsje groter, ietsje weelderiger, ietsje groener, ietsje meer bijna-plant.
Waarop ik wacht: egel.
Gisteren stond ik bij de komposthoop in de achtertuin en dacht: zou het nou niet helemaal te gek zijn als egel nú er onder vandaan kroop.
Elke avond voor duister kijk ik vanuit de woonkamer naar het terrasje achter het huis.
Het zóu kunnen.
Egels komen tot leven sinds eind februari. Het weer is best mooi. Dus: waarom niet.
De te butsen-klutsen eitjes zijn al in huis.
Na regen komt.. en achter de wolken.. etc
Toen ik vanochtend opstond dacht ik: ik doe het niet meer. Om half zes m’n bed uit om te schrijven over een radioprogramma dat ik steeds minder leuk vind. Hoewel dat ‘leuk vinden’ maar ten dele het probleem is: het is vooral het wérk. Het kost teveel tijd. Allemaal in m’n eentje (in de ochtend dus – in de avond is Hansje er).
Dan, een paar uur later: een nieuwe Fanlogger.
Hoe en wat en concreet moet nog ingevuld. Maar er doet een nieuw iemand mee.
Ook vandaag reken ik uit wat ik vorig jaar heb verdiend – opdat mijn belastingman het kan melden voor de omzetbelasting omdat ik op tilt ga bij de gedachte aan electronisch aangifte doen. Dan liever een paar tientjes investeren en het hém laten doen.
De berekening stemde me niet vrolijk.
‘Wanhopig’ is zo’n groot woord. Maar op een schaal van diep-droef tot hemelhoog-juichend zit ik toch meer aan de linkerkant.
Zodat het wachten nu is op de omslag die dáár op gaat volgen.
Liefst ook nog vandaag als het kan.
Lekker in het zonnetje
Hallo,
Wij willen de verkoops – en marketing verantwoordelijke bereiken jeanne-doomen.net.
Wilt u zo vriendelijk zijn zijn gevens door te geven of hem met ons in contact te brengen.
Groeten,
Helaas is *hem* de komende tijd niet bereikbaar.
Kingman, AZ
Verwondering
Waar ik me op Twitter vaak over verwonder: de “ik krijg er weer zó veel followers bij!” resp “welkom vele nieuwe followers!”-verzuchtingen.
Wat doe ik fout denk ik dan.
Terwijl ik niet eens zoveel fout doe aangezien ik nu op 374 followers zit.
Maar ik denk dan steeds: blijven ze wel? Hoe lang blijven ze? Ben ik leuk genoeg om ze te houden? Twitter ik niet te veel? Te saai? Te kritisch? Te wat-dan-ook.
En helemaal nóóit denk ik: laat ik eens twitteren “o, wat ben ik RAZEND populair met al die volgers”.
Net lees ik “Woops ik krijg allemaal luisteraars er bij op Blip. Twitter, Blip, Blog hoe ga ik dit allemaal bijhouden” en dat heb ik dus nóóit – dat ‘allemaal’ dat deze tweep zo in verwarring brengt dat ze het werkelijk niet meer kan bijbenen hoeveel mensen haar fantastisch vinden.
Ik kijk even hoeveel followers op Twitter ze heeft. Dat zijn er 70.
Ja, echt: 70.
Volgens mij is dat nog wel te managen tenzij je een reuze warhoofd bent.
Hollen
In een dag van mij zitten minder uren dan in dagen van anderen denk ik vaak.
Ik maak een plan, ik houd me daar redelijk aan, ik dóe ook een hoop maar ik krijg bij benadering niet af wat ik van plan was.
Intussen die ik de tijd dringen.
Morgen over vijf weken vlieg ik weg.
Ik probeer de maand voor ik wegga te besteden aan ordenen van mijn huis, de Winkel-troep en mijn hoofd. Die maand begint over vijf dagen.
Ik zie me in die dagen niet én Engelse literatuur afronden én Coca-Cola toevoegen = een hoop foto’s maken.
En gegevens verzamelen voor aangifte Omzetbelasting.
En nog zowat.
Nog twee nachtjes slapen en dán… Liefde! (hoop ik)
Zonnebad
Nee, dit is niet een stervende cavia, dit is een zonnebadende cavia. En zo zie je ze maar zelden (alleen jammer voor de foto dat de zon er half op scheen maar zonder zon zou het natuurlijk ook geen zonnebadende cavia zijn geweest).
Te doen te doen te doen
Het is al tien uur ik ben al 4 en een half uur op en ik heb behalve Fanlog nog niets gedaan.
En ik heb getwitterd. Wat me erg afleidt en nu even uit staat.
Om die reden.
Ik moet teveel teveel teveel.
Zodat ik vandaag slechts 2 dingen ga doen (neem ik me voor)
* Engelse literatuur invoeren in de Winkel
* pakket Coca-Cola-artikelen inpakken (morgen verzenden)
(indien tijd over of totaal stuk-lopend: twee reli-pins te koop zetten voor de reli-klanten)
Links naast mijn hand op nog geen 10 cm met geloken ogen: Guus.
Waar ik nou niet de hele tijd aan moet frutsen omdat ik dan nóg niet aan het werk kom.