Ik word om zes uur wakker (macht der gewoonte) maar mag tot half zeven uitslapen (=in bed liggen) maar om kwart over zes staat Sammie te loeien voor de slaapkamerdeur.
Shit.
Als ik nu naar buiten kom lijkt het of ik doe wat hij wil.
Dus mezelf gedwongen zo lang in bed te blijven tot het geloei een paar minuten is opgehouden.
Dan Guus (die er ook staat) hartelijk begroet en gedaan wat ik doen moest.
Ergens in de ochtend zie ik Sammie tegen Eebje aanliggen.
Jaja, denk ik. Die heeft dus bedacht dat ik geen rol meer speel in zijn leven en heeft vervangende aandacht gezocht en gevonden.
Dan, begin middag: de kleine man op het bureau. Aarzelend zoekt hij contact. Mag hij op schoot? Zal ik aaien?
Nou en of hij mag en nou en of ik zal!
Wel tien minuten geef ik liefde en accepteert hij die.
Allebei een beetje tentatief.
Dan meer van harte.
Na die tien minuten springt Guus op het bureau. Sammie maakt zich van me los en wil dat Guus hem écht lekker knuffelt – wat normaal Sammie-gedrag is.
Maar Guus wil niet.
Daarna moet ik me ontzettend inhouden om niet steeds zélf contact te zoeken met de kleine man.
Ik doe het niet.
Want er zijn nog twaalf opvoeddagen te gaan.
En juist nu ik weet dat er verandering/verbetering mogelijk is moet ik het niet door mijn eigen zwakke optreden verpesten.