NOS-chat
Ik kijk NOS-chats uit de weken dat ik er niet was.
Dat is leuk maar wat minder leuk is: eerst kon het beeld op ‘volledig scherm’ worden gezet en nu niet meer.
Jammer. Erg jammer.
Eerst dit dus
En nu zo
Jeroen Tjepkema met dochter Wietske
Eerlijk gejat van z’n Hyves-pagina.
Waar ik lees dat Tjep onlangs vader is geworden van een zoontje.
FYI: z’n Fanclub heeft nog steeds 14 leden wat betekent dat er alwéér 1 is weggelopen maar dat er ook een nieuw lid is bijgekomen.
En FY-andere-I: die van Herman van der Zandt heeft er nu 74.
Vandaag
Vanochtend Fanlog.
Hartstikke leuk. Alleen wat beperkt in mijn onderwerpkeuze want wat al lóópt daarvan heb ik de voorgeschiedenis niet in het hoofd.
Daarna de boekhouding. En toen weer Radio 1 Journaal maar nu schrijft Hansje en doe ik alleen 1 klein stukje en hoef ik verder niets.
Dan mijn 1-box. Waarin twee uitnodigingen om Hyves-vriendje te worden.
Een van een man die ik via krabbels over Rik van de Westelaken (waarin we vaststellen dat die een cutie is) ken.
Een van een vrouw die ik niet ken. Denk ik.
Ik wil tegen de man alsnog ‘ja’ zeggen en de vrouw op Hyves opzoeken maar allebei hebben ze – gepikeerd, vermoed ik – hun uitnodigingen weer ingetrokken. Net zoals ik destijds met Jeroen Tjepkema.
De man mail ik dat ik best vriendjes wil zijn maar er op 13/9 toen hij me vroeg gewoon niet wás.
De vrouw kan ik op Hyves niet vinden maar wel in mijn Eudora.
Ze blijkt een klant die in januari 2002 iets heeft gekocht en met wie ik toen een paar vriendelijke mailtjes heb uitgewisseld.
Yuma, AZ
“Dom, hè?”
Reclames.
1) Wat doet ú met uw mastercard?
Vrouw: “Ik vergeet hem wel eens, dom, hè?”
Waarna man opsomt wat hij (die ‘hem’ niet vergeet) er allemaal mee doet.
2) Mevrouw X krijgt tv-zenders niet ingedeeld.
Niet erg hoor, dat doet bedrijf Y graag voor haar.
Nu ff omkeren.
Wat doet ú etc.
Man, stom giechelend: “Ik vergeet hem wel eens, dom, hè?”
En: meneer Z krijgt z’n tv-zenders niet ingedeeld.
Volgens mij zijn er evenveel mannen als vrouwen die hun kredietkaart niet altijd op zak hebben en evenveel mannen die technisch worden uitgedaagd bij het programmeren van bv de video- of dvd-recorder.
Toch zijn die commercials niet voor niets zo gemaakt.
Uit de Yuma Sun
Echt terug
Ik ben terug en gisteren had eerst Sammie dat door en Guus toen ook.
Eebje niet. Nou ja, dat er weer rosbief was – daarbij ging een klein lampje branden.
Vannacht ligt Sammie op bed tegen mijn buik. Zoals het hoort.
Een paar uur later is daar Guus. Gelukkig zonder grote prooi (hoewel hij kort ervoor wel de loei had gegeven).
Hij springt op het kussen en kruipt tegen mijn hoofd. Sammie gaat bij hem liggen.
Half tegen Guus, half tegen mij.
Niet lang daarna: Eebje. Luid spinnend óók tegen mijn hoofd, enthousiast mijn gezicht likkend wat voor deze keer ook mag.
Het is haar dus te binnen geschoten wie ik ook weer ben.
Guus verhuist na een tijdje naar het naburige kussen. Sammie volgt.
Eeb blijft knorren en knorren en likken en likken.
Om kwart over vijf staan we op. Zij om te eten en ik om een anti-hoofdpijnpil te slikken.
Want het fysieke hoofd wil nog niet erg.
Maar de ziel is helemaal terug.
Thuis
Het was leuk, de vakantie.
En ik heb me voorgenomen om tegen iedereen die begint over ‘wat heb je gedáán’ mysterieus te prevelen dat ‘whatever happens in Vegas stays in Vegas’ en dat dat ook geldt voor Yuma en Kingman en Phoenix en Boulder City.
Intussen zijn de katten blij met mij en ik ben blij met de katten.
En idem kippen en knagers.
De rest volgt.
Nog 17 uur slapen
Als ze nog 17 uur blijven doorslapen, dan is J. weer terug en alles is weer back to normal. Dat laatste geldt ook voor het log.
Dozen
Als de amerikaanse dozen zich stapelen, is J’s terugkeer nabij.
Rustende held
De katten krijgen om zeven uur te eten. Vanaf een uurtje of zes is iedereen thuis en kijkt of ik, onverhoopt, al eerder met het opwindende inzamelen van de etensbakjes begin. Toen was Sam er dus ook.
Een uur later zamel ik de bakjes in en er zijn nog maar twee katten; Sam, de meester-acteur van het toneelstuk wij-krijgen-nooit-te-eten, ontbreekt. Ik rammel nog wat met het serviesgoed, ook in de tuin, maar hij verschijnt niet. Eeb en Guus krijgen te eten en mijn hartslag loopt op.
Om half tien komt hij achteloos binnenlopen, eet uit beleefdheid wat van het snel neergezette eten. Hij is niet nat, hij is niet gewond, wat zou de kleine held hebben uitgespookt?
Wel iets engs, denk ik, als ik zie hoe hij, in bodemloze slaap, Eeb als veilige haven benut.
Feest in Zuid-Schermer
Feest in het café naast de kerk waar de jubilarissen 25 jaar geleden getrouwd zijn. Dit is, voor een dorpje met een paar honderd inwoners, de wel zeer grote H. Michael Parochiekerk; zeker als je weet dat de hervormde kerk, die een aangepastere omvang heeft, er recht tegenover staat.
Ter voorbereiding van het feest kan men zich hier laten opdoffen, met op de achtergrond de Sint Michael School. Een winkel of postkantoor ontbreekt, voor zover ik zag.
Portret van een ex-ontsnapper
Nog steeds vermoeid en nog steeds boos. En uiteraard prachtig. Maar die naam, Ginny, dat is echt niets.
De uitbreekvirtuoos
Ginny is, in tegenstelling tot haar poezelige naam, het karaktervolste en in ieder geval het temperamentsvolle van de vier konijnen. Ginny is al een weekje boos. Ik heb haar magistrale holennetwerk dichtgestopt en zondag werden de hokken ook nog schoongemaakt, wat ze altijd beschouwd als een ontoelaatbare bemoeizucht. Dus wat nu? Ze kan, als ze wil, ook klimmen. Maandagmiddag zat er een konijn in de ren en de klimkunstenares zeer tevreden erbuiten. Helaas zat ze verliefd naar haar collega Bugs te kijken, dus kon ik haar oppakken en weer aan gene zijde plaatsen.
Gistermiddag zat ze in de tuin, al een stuk verder van de ren en hielt zich op veilige afstand van mijn grijpgrage handen. Later zag ik haar af en toe in de verte lopen – en vooral zitten, de treiteraar – en toen werd het donker.
Vanmorgen vroeg was het zeer nat; alle knagers zaten binnen en geen Ginny te zien, dichtbij niet, verderop niet, bij de andere knagers aan de waterkant niet en onder een struik niet. Bugs een brave zoeterd, die er uit ziet als een woeste zeeman, zat bovenop het konijnenhuis uit te kijken. Bugs zit, in tegenstelling tot Ginny, nooit op het huis, dus die was ongerust of op z’n minst van slag. Het miezert door en Ginny blijft onzichtbaar.
In het knaagdierenalbum vond zeer karakteristieke foto’s van Ginny die ik printte en met de mededeling: weggelopen, wil iemand die haar ziet dit melden, aan het raam en in de buurt opgehangen. J. vindt dierenrampen niet leuk, ze verwijt ze me niets als ze gebeuren want ze is groothartig en realistisch, maar toch m’n oppasserseer wil de survival of everybody. Ik was al zo tevreden dat ik haar aan de telefoon steeds kon zeggen dat er niemand dood was en ook de dokter niet werd bezocht.
Af en toe dacht ik dat ik haar zag, maar dat bruine konijn bleek steeds een roodbruine kip te wezen. Drie uur later, ik hoop dat het hele dorp aan het zoeken is, zie ik onder een parapluie-achtige struik, waaronder ik al zeven keer gekeken heb, een zeer klein, zeer nat en zeer bibberig konijn zitten, dat ook van diepe ellende blijft zitten en zich laat oppakken. Terug in de ren, kijkt ze even of Bugs wel thuis is – Bugs doet of er niks is gebeurd – en wordt weer een groot, stevig konijn dat best tegen de regen kan en hoognodig de ren moet inspecteren. Ik heb maar even het gaas wat hoger gemaakt; het was wel leuk zo.
Ginny vond het nu ook wel genoeg en ging behaaglijk in het prieeltje liggen. Maar ze is nog wel wat van plan, denk ik. Eerst maar eens opdrogen. De affiches zijn verwijderd en
ik drink innig tevreden een kopje turkse koffie.
Samen op zondag
Zondag in alle vroegte, de meiden (dat zijn die twee links) hebben al hun eitjes gelegd en zoeken vast wat puur eco-voedsel; de dames, die iets later opstaan, zoeken hetzelfde. Dat gaat 100% zonder gekibbel. Dan kom ik met wat voer uit de veevoerindustrie. Op dat soort momenten zijn de meiden iets te assertief en de dames iets te schijterig, er is weliswaar genoeg voor iedereen, maar iets eten waarmee een ander al bezig is vinden de meiden erg jolig en de dames zijn bang dat het echt bonje zou kunnen worden. Door te strooien in een andere richting dan waar je naar kijkt, kan de mens deze interacties voorkomen. Of het is zondagochtend, dan heerst er vanzelf vrede. Soms denk ik dat de dames langzamerhand iets minder stressgevoelig zijn, maar dat is waarschijnlijk niet zo; de meiden hebben dan vaak ook andere dingen aan hun hoofd dan de dames een beetje jennen. Samen eten – en daarom ziet iedereen er zo pront, rond en prachtig uit.
En toen ging ik wat harken en scheppen en zaten ze allevier zowat op mijn voeten om het lekkerste (en gezondste?) van alles te eten: de alom omhoogkronkelende vette polderwormen. nam, nam, nam.
Ook samen
Nog een voorbeeld van `samen eten’. De afstand is hier wat groter, omdat de caaf, die nu zo netjes uit een bakje eet, net tevoren aan de kip stond te ruiken. Kip, een van de meiden zonder vrees, vond dat toch iets te vrijpostig en deed een stapje opzij (waar toevallig ook een smakelijke grasspriet stond).
Samen eten
Het kabinet Balkenende heeft als motto iets van samen dit en samen dat. Hebben ze wel aan `samen eten’ gedacht?
Na de regen
Om een uur of twaalf werd het eidelijk draag. Met hun konten in het gelid tegen de regen hadden de koeien staan wachten. Eindelijk konden ze nu gaan liggen in een vrij arrangement. Erg mooi.
Middagzon
Zo zitten “mijn” katten standaard als ik er ben: Sam woont bij Eeb in de grote stoel, Guus ligt in de buurt, hij figureert als de pater familias en ik zit op de bank (buiten beeld). Ze doen anders vanaf het moment dat ik binnenkom en stappen weer in hun gebruikelijke rol als J. weer binnenholt om ze te omhelzen.
Hun idee van vacantie is niet “naar Yuma gaan”, maar “anders doen”. Sam het minst; die zit toch de halve dag op de monitor (en Guus gaat natuurlijk wel door met jagen).
Ik ben al lang opgehouden om me af te vragen of ze met mij erbij wel gelukkig zijn. Ze doen gewoon waar ze zin in hebben en dat doe ik ook graag.