So far deels good
Ik sta om half zes op wat niet nodig is want het Radio 1 Journaal begint pas om zeven uur.
Maar dat weet Guus niet die me vanaf de vensterbank indringend zit aan te kijken.
En Femke en Agnes weten het evenmin.
Iedereen gevoerd, mezelf gevoerd, mail gelezen en de radio aan.
Presentator is Joris van de Kerkhof – een natuurtalent. Iemand die niet bang is zichzelf te zijn, spontaan op dingen en mensen te reageren. Zonder zichzelf op de voorgrond te stellen.
Knap vind ik dat.
Ik schrijf stukjes en ben pas tegen tienen klaar.
Ik douche.
Om twaalf uur moet ik wéér luisteren (naar de 6 en een half uur-uitzending – véél minder leuk) en ik moet nog degene die een column voor morgen instuurde positieve feedback geven en die column klaar maken voor plaatsing.
Dus wil ik mijn ‘even niet’ invullen met de Volkskrant. Die er niet is.
Ik bel op. Het is druk zegt de mechanische stem, wil ik terugbellen, nee, ik wil niet.
Na vijf minuten kan ik mijn gegevens inspreken waarop de stem vaststelt dat het de tweede keer in een week is (klopt) en dat ze me nu gaat doorverbinden met een mensch.
Zodat een nieuwe mechanische stem onthult dat de menschen het óók druk hebben en of ik wil wachten.
Ernstig gemotiveerd om lekker (..) te gaan klagen wil ik dat.
En krijg een jongeman die het noteert en zegt dat hij er een officiële klacht van maakt.
Wat (ik weet het: kinderachtig) een ‘net goed!’-gevoel geeft.
Gluren naar de buren
‘Goed’
Gisteren schreef Jaap hier in een commentje dat hij vond dat ik goed schreef en Inger beaamde dat.
Zoiets maakt me bang.
Terwijl vroeger: ik ging er van uit dat ik goed schreef.
En dat ik goede ideeën had en goede bronnen aanboorde en goede research deed.
Dat ik gewoon een hartstikke goede journalist was.
En soms denk ik dat nog steeds: dat ik goed ben.
Maar wanneer niemand je meer inhuurt wordt dat ook een beetje raar.
Zodat het eigenlijk wel rustig is dat ik hier niet goed hoef te zijn.
Ik schrijf maar wat. Kort/lang, vrolijk/boos – wat dan ook.
En soms let ik op mijn vorm. Soms ook niet.
Dat wil ik zo houden.
Ik wil schrijven wat me invalt.
En ook kwa vorm.
(lees: ik ben als de dood dat ik weer aan een norm moet voldoen en dat ik dan tekort schiet)
Hyves en de beste wensen
Gisteren probeer ik C. uit te leggen wat Hyves is.
Wat niet meevalt ook omdat C. tot een paar jaar geleden vasthield aan de illusie dat email en internet een hype waren die zouden overwaaien en waarmee hij dus niets hóefde.
Ik geef Hyves-als-concept óp en noem als voordeel van daar vriendje zijn met Rik van de Westelaken dat ik nu zijn weblog kan lezen en hoe ontzettend leuk dat weblog is.
Over hond Dirk.
Wat ik niet kon toen ik nog *niet* zijn Hyves-vriendje was.
Waarna we het hebben over leuke nieuwslezers en C. Rik en Jeroen O. prijst omdat die zo ontzettend warm het Journaal áfkondigen.
Ziejewel denk en zeg ik. Dat vinden anderen dus óók belangrijk.
Die warme blik in de camera, de aardige woorden, de vriendelijke lach.
In dat verband (niet geheel terzijde”): Jeroen Tjepkema vertikt het vanochtend.
Of hij aan het slot nou “goeiemorgen” zegt of “mooie dag” – er kan geen glimlachje af.
Boulder City, NV
Sociaal
Vanochtend mail ik iemand dat het druk is: Fanloggen, mijn werk en dan ook nog ‘iets sociaals’ wat ik met opzet vaag hou om te suggereren dat het iets voorstelt.
‘Afspraken’ ‘met mensen uit eten’. Ik ervaar het als te nadrukkelijk dus ongeloofwaardig.
Vanavond hád ik een afspraak. Eten met R. en met C. die ik al heel lang ken en uit het oog verloor tot we twee, drie jaar geleden een keer gingen eten (inderdaad).
Het was met R. erbij omdat C. en R. elkaar ook kennen en omdat ik eerlijk gezegd denk dat C. mij best aardig vindt maar niet aardig/interessant genoeg voor eten met mij alléén.
Na die ene keer kwam het er niet meer van ondanks ‘moeten we gauw nog eens doen’ – tot nu.
We aten op een pleintje in Amsterdam-Oost. Ik at mosselen. Er was een bedelende hond met drie poten.
Alles was multi culti. Iedereen was aardig.
En hoewel ik nooit terug zal gaan naar de stad voelde ik me heel erg prettig en blij en optimistisch over de wereld.
Rond kwart over acht viel ik om van de slaap (elke dag even na vijf uur opstaan wreekt zich).
Ik reed naar huis en Femke en Agnes zaten al in de schuur maar de knagers wilden dolgraag eten en er lag helemaal niks voor egel en dus strooide ik graan en ververste het water.
Ik dacht: dit is mijn sociale leven.
En het voelt goed.
(en de katten kregen natuurlijk ook hun voer)
Op het bureau
Lekker
Aan ‘lauw’ als woord ben ik nu gewend.
Ik denk dat ik ook begrijp wat het betekent.
Het is iets dat Herman van der Zandt hééft en Rik van de Westelaken denk ik ook maar Jeroen Tjepkema dus niet. Een zekere ‘cool’-heid.
Een woord dat me de laatste dagen opvalt is ‘lekker’ en dan niet in de betekenis van Lekker Ding. Maar zoals in die vreselijke commercial van die bejaarden met hun hondjes op de achterpoten.
Hoe het met de buurvrouw is? “Lekker!” “Nou, lekker dat het lekker is!”
Waarna buurvrouw naar huis gaat om “lekker bakkie doen” te doen. En dat hondje hoop ik eindelijk weer gewóón mag lopen.
Niet zo’n leuk woord dus: ‘lekker’. En als ik het al gebruik, gebruik ik het zelf alleen negatief.
In de zin van “nou, lékker dan!” wanneer iemand iets fout doet (in mijn ogen).
Maar nu hoor ik Jurgen van den Berg op het 3FM-nieuws zeggen dat het “lekker gaat met Air France KLM”.
Dus misschien is ‘lekker’ toch een jongerenwoord.
Wat die hondjes-reclame des te merkwaardiger zou maken.
Wel goed, maar helaas niet ‘lauw’
Komkommers
“Het zou komkommertijd moeten zijn,” zegt Marcel Oosten die het Radio 1 Journaal presenteert. Om er eerlijk aan toe te voegen: “Nou, dat *is* het ook wel, hoor.”
Waarna hij een item aankondigt over dat de witte kool dit jaar te vroeg rijp is zodat de zuurkoolfabriek eerder dan anders aan de slag moet.
Niets te veel gezegd dus.
You go girl Hillary!
New York Sen. Hillary Clinton has notably widened her lead over her closest competitor in the 2008 Democratic presidential race, Illinois Sen. Barack Obama, according to a new national USA Today/Gallup Poll released Monday night.
The survey, following a high-profile spat between the two candidates over who is better suited to handle foreign policy, shows Clinton at 48 percent — a 22-point lead over Obama. Clinton’s support is up 8 percentage points from a similar poll conducted three weeks ago, while Obama, at 26 percent, is down 2 percentage points. Former North Carolina Sen. John Edwards stands at 12 percent.
“[Voters are] taking a good hard look at all the candidates and concluding that Hillary has what it takes to be president and what it takes to take on the Republicans,” wrote Mark Penn, a top strategist to the New York Democrat, in a memo to supporters Monday. “They know that Hillary Clinton has the experience and strength to bring about real change.”
Lees hier verder.
Gaswacht
Vandaag kwam de Gaswacht voor het jaarlijkse verwarmingsketel schoonmaken.
Tussen acht en 1 en – staat in de brief – ze weten niet hoe laat: “Wilt u dan ook zo vriendelijk zijn om over het exacte tijdstip geen contact met ons op te nemen?”
Om kwart over tien gaat de bel (dat valt mee) en voor de deur staat een vrouw zodat ik denk dat het dús de Gaswacht niet kan zijn waarmee ik lelijk door de mand val. Ze is het wel waarna ik – en dat is even raar – aanneem dat ze dús aardig is.
Dat is ze niet. Ze is stuurs, ze klaagt over dat er dozen op zolder staan, ze roept bevelen (mevrouw, ik wil een emmer), ze zegt nog nét niet dat ik lieg wanneer ik zeg dat ik niet heb gemerkt dat de ketel niet goed functioneerde.
En ze laat wanneer ze weg gaat mij met de troep zitten en duwt niet eens even de vlizo trap omhoog.
Ik daarentegen (nog steeds denkend dat een vrouw in een mannenberoep, nee, sowieso ‘een vrouw’ per definitie aardig zal zijn) probeer wanneer ze na anderhalf uur weg gaat nog een vriendelijk gesprekje over dat ze nu wel achter zal zijn op haar schema.
Grom.
Nog een poging: dat ik daarom zo blij was dat ze vroeg was want alle mensen ná mij moeten nu natuurlijk extra lang wachten.
“Nou én? Dan wachten ze maar!”
Er zal weinig anders voor ze op zitten.
Maar dan stapt dus dit zonnetje-in-huis over de drempel.
Droom
Ik ben bijna afgestudeerd (mijn got – houden die dromen nou nóóit op) wanneer er een nieuw vak wordt toegevoegd.
Het is een beta-vak. Natuurkunde of een variant erop.
De docent (begin veertig, mooi) vindt me aantrekkelijk. Hij wil me de examenopgaven geven.
Ik weet niet wat ik met de situatie moet.
Ik beland bij mijn postvak met erg veel post.
Boeken die me kado worden gedaan. Lieve brieven van vrienden van vroeger.
Lieve brieven van mannen die ik leuk vind maar met wie ik (nog) helemaal niks heb.
De examenopgaven.
Ik worstel met ‘zal ik ervan gebruik maken’ maar ook weer niet.
Niet dat ik al besloten heb het wél te gebruiken maar het speelt niet in mijn hoofd.
Ik word – gewoon – wakker.
En ik wou dat ik eindelijk in mijn dromen een keer ‘afgestudeerd’ kon zijn.
Helo, dear Friend! Sensation! Saddam Hussein is alive! Exclusive photos – here!
Good Bye
Dat is weer eens iets anders dan of ik veel geld wil verdienen met een Nigeriaanse scam of blote foto’s wil zien van een 25-jarige nice girl.
Southgate Mall, Yuma, AZ
Klieren
Net als Fanlog heeft ook dit log een vaste klier.
Ik dénk dat ik weet wie ze is. Ik denk dat Hippo (o.a.) ook weet wie ze is.
Klier opereert ‘s avonds laat of ‘s nachts.
Zodat wanneer ze vanaf een nieuw ip-nummer comment ik haar klier-commentjes pas ontdek wanneer ik ‘s ochtends de PC aanzet.
Dan haal ik ze weg. En gebeurt er even niets.
Tot de volgende keer.
Wanneer klier me met woorden kapot probeert te ráken en sticks and stones can break my bones but words won’t hurt me.
Maar de gedachte dat een klier me zo haat dat ze *blijft* proberen wél m’n ziel te breken vrolijkt me ook weer niet op.
Ook al weet ik dat zij gewoon hartstikke gek is en geen leven heeft.
En zelfs al zou het dat niet zijn (een érg ‘zelfs al’) – waarom op andervrouws log proberen die andere vrouw totaal kapot te commenten?
Ik lees ook wel eens logs van mensen die ik niet fantastisch vind maar hé – dat zijn hún logs.
‘Hoe gaat het met jou’
Ik kom iemand tegen die ik al een paar jaar niet heb gesproken.
Ze vertelt trots over haar studerende dochters en dat ze de zoveelste gigaverbouwing voor haar (luxe) huis heeft gepland en dan komt het onvermijdelijke – want ‘beleefde’ – “hoe gaat het met jou”.
Ik vraag me af wat ze verwacht.
Dat ik zeg dat ik een nieuwe man heb? Verhuisplannen?
Ik vertel enthousiast dat mijn Winkel goed loopt en neem me voor om als ze zou vragen of ik ervan kan leven “nou en óf! En goed ook!” te roepen.
Maar ze vraagt of ik nog schrijf.
Ok – dat verhaal kan ook.
Ja, ik schrijf! Ik schrijf op een eigen weblog en op Fanlog en begin te vertellen over het Radio 1 Journaal maar ik zie haar zoekend kijken over mijn schouder.
Ik ben haar kwijt. Net als de vorige keer toen ik over mezelf vertelde herinner ik me nu.
Zodat ik me voorneem de vólgende keer het heel anders aan te pakken.
Een spannende relatie om te beginnen.
Een spectaculaire erfenis misschien.
Of proberen haar te ontregelen met “ik doe en beleef helemaal *niets*! Ik heb de pil van Drion al in huis en maak er over drie weken feestelijk een einde aan”.
En dat dan met een brede, stralende lach.
Trek
Marijke Helwegen in de Vara-gids
“Ik ben niet verbouwd, maar gerenoveerd.”
Vind ik wel leuk gevonden.