Glippen
Hoe is ut met je mail ik iemand.
Die terug mailt dat hij vanavond naar een festival gaat en morgen en overmorgen naar Pinkpop en wat doe ik.
Niks is ut echte antwoord maar dat klinkt zo suf dus maak ik een soort van treurige grap dat er ontelbare LD’s met bloemen en dozen chocola op de stoep staan die ik allemaal afwijs omdat er je weet maar nooit altijd een nóg lekkerder LD kan komen.
Hij mailt niet meer terug (is natuurlijk al naar dat festival).
Maar dan overvalt het me.
Waar glipt mijn leven toch heen.
Met kwart over vijf opstaan kippen schuur uitlaten Fanloggen pakjes pakken nieuwe artikelen in de Winkel zetten Fanloggen vroeg naar bed etc.
En af en toe VK lezen en nog meer af en toe VN en als ik mezelf nog eens echt zover kan krijgen mogelijk een boek.
Ik word helemaal treurig.
Maar wat dán?
Alsnog naar Pinkpop?
Eieren
Het Radio 1 Journaal (‘in de mix’) zit erop en nieuwslezer Jan van de Putte krijgt aansluitend de slappe lach tijdens het voordragen van zéér serieuze berichten.
Er staat een doos eieren, hinnikt hij. En zodoende.
Doet me erg denken aan mensen na gebruik van LSD.
Zoals me daarover verteld is natuurlijk.
Lopend buffet en onverwachte gast
Intomart vragenlijst
Intomart (of eigenlijk de VARA) vraagt me elke dag wat ik van Wat heet! vind. En dan mn of de presentator zich goed heeft voorbereid, of hij/zij een prettige persoonlijkheid heeft en of-ie goed bij het programma past. En of ik nog iets bijzonders over ‘m/’r kwijt wil.
Nou vooruit dan. Omdat jij het bent, Tom:
“Eindelijk een presentator met Personality!
Houden, die Tom Egbers! De eerste keer dat ik echt met veel plezier de hele uitzending heb gevolgd – zelfs dat stomme spelletje.”
En ik weet dat het niet exact was wat ik hier eerder opschreef maar dat doet er nu even niet toe.
Luilak 2007
Het goede nieuws: de ramen en mijn auto zitten niet onder zeep, boter of ander moeilijk te verwijderen smeerspul.
Het minder goede nieuws: vanaf drie uur reden auto’s toeterend door het dorp.
En dat elke twintig minuten zodat ik pas tegen zes uur in slaap viel maar toen weer wakker schoot omdat ik Femke en Agnes moest vrij laten.
Waarna er een leuk Radio 1 Journaal was met Astrid Kersseboom. En toen Cappuccino.
(in een poging alles weer met een vrolijke blik te zien)
Cappuccino
De radio kan ook uit als-ie niet leuk is.
Of op een andere zender.
Dus als ik geen zin heb in de TROS Nieuwsshow kan ik (na enig gepruts want die publieke zenders zijn niet makkelijk scherp te stellen op een transistortje) ook luisteren naar Cappuccino.
Met Sjors Fröhlich onder de douche dus maar (en daarna via de computer). Met z’n leuke gesprekjes met aardige mensen, zielige mensen, zeurmensen. Die hij afzeikt (op milde wijze) of heel sympathiek bejegent.
Boeiende onderwerpen ook. Meestal niet te zwaar. Maar vaak verrassend.
En btw: z’n stem, das toch niet ernstig, weet ik intussen uit betrouwbare bron.
Nog twee weken mee-lijden dan moet het over zijn.
Langs I-10 in Arizona
Tom Egbers
Vanavond was het dus eindelijk Tom Egbers die Wat heet! presenteerde.
Ik miste het begin maar toen ik er in viel was er Twan Huys en Auke Kok.
En het ging over Amerika en over muziek en de piratenzenders rond 1970.
Ik vond het een onderhoudende uitzending.
Ik vond Twan Huys erg leuk en Auke Kok ook wel tot het over zijn onderwerp ging toen hij opeens bloednerveus leek te worden.
Tom Egbers was helemaal ok.
Leuk zelfs.
Niets op aan te merken.
Vlotte presentator.
En dat ik nou niet whoa! komt waarschijnlijk door mijn onredelijk hoog gespannen verwachtingen.
Guus z’n stoel is vrij gemaakt van onkruid en afgesopt
Maar waar is Guus?
Aha.
Dokter Sig in VK
Yuma, AZ
Radiospot
“Dus mocht je in het ziekenhuis belanden – moet je maar denken…. ik ben in goede handen…”
En dat op een deuntje alsof je bij de Biotex zegeltjes voor een leuk handdoekje kado krijgt.
Het is een nationale actie. Het Radio 1 Journaal berichtte er al over (dus is het echt). En ze bedoelen dat er weliswaar veel publiciteit is over mensen die onnodig dood gaan in ziekenhuizen en verkeerde benen die worden afgezet maar dat het in feite reuze mee valt.
Het ergste in het riedeltje van de blijmoedig zingende dame vind ik dat “moet je maar denken”.
Aangezien ik niks “moet maar” denken.
Ik denk zelluf.
En alleen al het feit dat de ziekenhuizen willen dat ik dat nalaat en maar “moet” denken stemt me argwanend.
Buurt en buren
Sjors z’n stem
Ik kan het niet meer aanhoren. Die stem van Sjors Fröhlich.
Eerst dacht ik: zwaar verkouden. Maar dat is alweer weken geleden.
En beter wordt het niet.
Gisteren tijdens Stand.nl begon een beller erover: “Sjors, ik maak me zorgen over die stem van je.” Wat Sjors Fröhlich direct afkapte.
Vandaag, ik hoor hem twee zinnen zeggen en het doet plaatsvervangend pijn.
Radio uit gezet dus maar.
En virtueel een kaarsje branden.
Want volgens mij is er iets heel erg mis met hem.
Uit de papieren VK
Dag
“Het wordt een Fantástisch Mooie Dag – een Hele Mooie Dag.”
Zegt Rob Trip die volgens mij aan het overcompenseren is dat hij tegenwoordig de Tot Morgen weglaat (vandaag terecht trouwens, morgen is hij er inderdaad niet), van de week een keer verkeerd timede en toen helemaal niks zei als afronding en er maandag ook al niet is omdat-ie dan op tv een programma over de Afsluitdijk zal presenteren.
Bullhead City, AZ
Self portraits
Een van de doelen van de afgelopen reis was: mijn aftakelende lijf accepteren.
Das niet gelukt.
Wel maakte ik af en toe (maar niet zo vaak als anders) foto’s van mezelf.
Hieronder twee – uit Yuma.
Ik ‘dramatisch’ (deze) vind ik wel mooi.
Ik ‘lachend’ (hieronder) vind ik wel ok en gelukkig zie je door de onscherpte de kalkoenenlijntjes in de hals niet hoewel de overgangsoogjes niet aan te ontkomen zijn.
De schouders zijn inderdaad mooi. Vind ik ook zelf.
En de cleavage is écht (geen oppropbehaatje).
Maar hoe diep er onder de cleavage gehangen wordt is weer discreet verborgen en bij deze minder discreet gewoon onthuld.
Het lijf is écht gewoon verdwenen vrees ik.
Tisnietanders.
Schuur
Aangezien de kippen binnen eieren leggen (de Barneys 1-2 per dag, Hillary & co zijn alweer gestopt) staat de hele dag de schuurdeur open.
Van kwart over vijf ‘s ochtends – o got 🙁 – tot tegen half tien ‘s avonds.
Met als neveneffect dat de koolmeesjes uit de wijde omtrek nu niet meer wachten tot ik handjes kippengraan en duivenpinda’s gooi maar dat zelf komen halen.
Ik zie ze bovenop de schuurdeur zitten, even loeren naar binnen. Snelle duikvlucht, hapje in snavel en rap weg en proppen in het hongerige snaveltje van een kid.
Hartstikke goed en om het ze niet extra lastig te maken (hoewel ik niet de indruk heb dat ze daar echt lást van hebben) zet ik de deur niet op een kier maar bij goed weer op wagenwijd open.
Tien minuten geleden is het tijd voor knagers voeren en in de schuur hoor ik het geluid van heel klein paniekerig zich klem gevlogen hebbend vogeltje.
Ik vind het in een hoek bij het raam (de verkeerde hoek).
Jonge winterkoning die ik heel voorzichtig vastpak, hand weer open buiten de deur en vrij!
Op die momenten wil deze stadsmens wensen uitspreken (“het ga je goed vogeltje”) en begrijp ik ook iets van die rare vrouw die Bokito te na kwam en die kennelijk nooit Gorilla’s in the Mist had gezien.