Ik weet niet of het de lente is of de verwarring tussen binnen en buiten nu er soms wel en soms geen sneeuw is.
Bij wel sneeuw zitten Femke en de tuttebolletjes in de schuur. Bij niet-sneeuw een deel van de dag ook, maar ze scharrelen ook buiten rond.
Soms raken ze een beetje los van elkaar (enkele meters, maar toch). En dan gaat een tuttebolletje roepen. Hard. Ze zijn de laatste dagen sowieso vocaler dan anders. Vandaar dat: zou het de lente zijn.
Vanavond om half zeven paniek achter het huis. Bolletje krijst en krijst en rent rond en wil de schuur in. Wat mág (de deur is open). Alleen zijn Femke en Tut daar niet. Ik probeer haar richting hok te leiden maar ze is écht in paniek.
De schuur dan maar? Ik vind het geen goed idee, zo in haar eentje. En misschien is ze dat met me eens wanneer ze dat zelf ook ziet, dat ze dan alleen is.
Klopt. Dús weer naar buiten. Hollen en krijsen maar.
Ik kan nu nog maar 1 ding bedenken: ik doe het deurtje van het kippenhok open.
Het échte deurtje. Waarachter de stok is. Zodat Bolletje kan zien waar haar vriendinnen zijn.
Vanuit een hoek kijkt ze. Ziet ze het goed? Ze nadert. En ja! naar binnen. En naar ik aanneem op stok.
Waarbij voor mijzelf het leukst was te zien dat Femke en Tut intussen ferm tegen elkaar zitten als het bedtijd is. Wat ik wel kon afleiden uit de poepjes onder de stok maar de laatste keer dat ik echt kéék (het is nogal wat, een slaapkamerdeur ruw openrukken) zat Femke aan het uiteinde links en de tutjes zaten aan het uiteinde rechts.
Voor de volledigheid: de tutjes zijn naar Femke gekropen. Niet andersom.
Geef een reactie