Een paar maanden geleden ben ik met Eebje bij de dierenarts.
Ze heeft blaasontsteking en krijgt pilletjes. Ik vraag om een heleboel extra als reserve voor het geval ik ze niet direct bij haar binnen krijg.
Prima, zegt de assistente, en: als ik overhoud kan ik die altijd terugbrengen en krijg ik geld terug.
Vandaag haal ik het mandje op waarin ik Bugs vrijdag afleverde.
Ik neem de pilletjes mee, overhandig ze en zeg: “Deze had ik extra en ze zijn over en ik hoef er natuurlijk geen geld voor terug.”
Waarna ik € 86,70 pin voor het dode konijn.
Later in de auto denk ik: waarom doe ik dat nou.
Het was nb dezelfde assistente. Ik had gewoon kunnen zeggen: “jij zei toen…” etc.
Vorige week had ik iets nog raarders met geld.
Bij de Plusmarkt moest ik dertig Euro en wat dubbeltjes betalen.
Ik gaf veertig Euro aan biljetten en keek of ik een Euro extra had. Had ik niet, wel een munt van twee Euro. Dus gaf ik die. En kreeg terug van 1 Euro.
“Jamaar…” sputterde ik héél voorzichtig toen ik de muntjes in mijn hand zag.
“U gaf er toch wat bij?!” zei de caissière. Op een toon van ‘wat een dom oud wijf’.
“Ja,” zei ik, zag de zich ergerende rij achter me, dacht: ik kan nooit bewijzen dat het een grotere munt was, liet het maar zo en droop af.
Waarna ik zeker twee uur (mogelijk langer) mezelf ontzettend heb zitten vervloeken.
..daar moet je toch weer een paar uurtjes voor in de winkel werken…
Zeer herkenbaar 🙁
‘Mag ik effe vóór’ en dat je dan al weet: niet doen! en dus extra stralend zegt: tuuuuurlijk!
Waarop iemand dan eerst alles gaat inpakken, haar groente niet geprijsd heeft, in eindeloze discusiie gaat over iets dat onverhoopt _niet_ meer in de aanbieding is, waarop ze bedenkt dat ze sigaretten wil, net die die niet in de stelling zitten maar waarvoor na een speurtochtje een andere sigarettenkast moet worden geopend en als alles klaar is, gaat zo iemand graaien naar de portemonnee en eens bedenken dat ze wil pinnen.
Er staat toch al jaren bij die pindingen dat je al gelijk kunt beginnen met pinnen.
Misschien kan zo iemand niet lezen, denk ik dan wrokkig.
Waarna ik me niet alleen genaaid voel, en me erger aan mezelf omdat ik me erger, maar ook kwaad ben omdat ik zo denigrerend over zo iemand ga denken.
(Als je echt mazzel hebt, heeft iemand niet genoeg saldo en moet ze gaan rekenen wat ze nog van het cash geld kan betalen en of de prioriteiten bij de voedingswaren liggen of bij de rookwaren.)