Kippen Klaartje en Greta wonen bij mij sinds mei van dit jaar.
Toen Klaartje in de zomer hardnekkig broeds werd, deed dat onze relatie geen goed.
Ze associeerde mij met grijpgrage handen die haar van haar (lege) nest tilden.
Verder vond ze me een bully omdat ik het deurtje afsloot wanneer zij dan naar dat ‘nest’ terugwilde.
Terwijl Greta, die het wekenlang moest doen zonder haar zuster, mij ging zien als haar haan.
Dus steeds achter mij aan op sjouw, hopend op lekkere wormen en hapjes brood en kaas en ander smakelijk spul.
(wat ze ook kreeg)
Toen Klaartje ein-de-lijk ‘broeds’ uit haar koppie had gezet, bleef ze bang voor mij.
Zag ze me aankomen: ze holde weg. Wou ik haar iets lekkers voeren: ze deinsde verschrikt achteruit.
Vijf weken R. (of beter: vijf weken niet-ik) hebben onze relatie goed gedaan.
Dat ik een enge griezel ben is ze vrijwel vergeten.
Soms hebben we zelfs onze kwaliteitsmomentjes waarop ik alleen háár iets toestop.
Lastiger is het wanneer ook Greta in de buurt is.
Die heeft nl prima onthouden dat ik háár haan ben (en zij daarmee mijn topkip).
Dat wil ze graag zo houden.
Geef een reactie