In Pioneertown komt buurhond Rosie me elke dag een paar uur bezoeken.
Een natte neus tegen mijn been, vragen om een knuffel, héél onopvallend ietsje bedelen (maar niet zo erg dat ik me gedwongen voel eraan toe te geven).
We gaan samen wandelen.
Daarna puffen we samen uit.
In Pioneertown ben ik perfect gelukkig.
Ik denk: hou dit vast.
Wanneer in Nederland de problemen zich opdringen, de zeikerds tegen je zeiken: blijf sterk in dit gevoel, laat je er niet onder krijgen, trek het je dit keer eens niet zo aan.
Ik ben acht dagen terug.
Zeven ervan gingen wel.
Vandaag, op dag acht ben ik het helemaal kwijt, het ‘zen’ (als je dat zo mag noemen zonder er iets bij te geloven).
Problemen kan ik, geloof ik, nog wel aan.
Maar zeikerds! als die maar genoeg hun best doen (en dat doen ze) krijgen ze me tot wanhoop en in tranen.
Waarover ik nu kan vloeken maar dat zet ook weer bitter weinig zoden aan de dijk.
Ach, wat jammer….kijkend naar die lieve Rosie, zo passend in dat mooie decor van de natuur voel ik de rust die je daar had met je mee. Hoop dat je dat gevoel van rust en blijdschap weer kan oppakken als je even je ogen dicht doet.
Wat een schatje is Rosie. Kan me voorstellen dat het moeilijk is om dat zen gevoel wat je daar had, samen met Rosie, niet makkelijk vast te houden is. Laat de zeikerds maar stikken en kijk maar vaak naar deze foto’s en de herinnering die het geeft, hopelijk komt dat zen gevoel dan weer terug.