Ik ben moe. Erg moe. Doodmoe.
Voor vandaag had ik als doel: het pakket naar Amerika vooruit sturen. Gistermiddag pakte ik dat al grotendeels in. Vandaag deed ik alles wat er nog in de buurt lag erbij. Ik had ruimte bovenin óver en vulde die op met plastic bubbeltjes plastic en inpakbubbels.
Toen de doos met veel plakband was dichtgeplakt en het adres er op stond zag ik op de grond waar de doos had gestaan nog een bloes en een short liggen. Die hadden meegemoeten. Maar de doos weer openmaken en opnieuw inpakken: geen fut.
Verder op het menu voor deze dag: de vloer van mijn werkkamer opruimen.
De boeken links staan in de Winkel en moeten in de database en in dozen en dan opgeborgen.
De andere twee stapels moet ik ooit nog eens invoeren (maar nu niet) dus die moeten óók opgeborgen maar ergens beneden in een krat.
In het ideale geval zou ik ze meteen ordenen maar ‘doodmoe’ is geen ideaal geval.
Lieve mensen zeggen dezer dagen tegen me: neem toch eens een dagje vrij, ga in de zon zitten.
Maar gelukkig waait het heel hard met een oostenwind uit de polder dus dat is nóg een reden om dat niet te doen.
(o ja: die kalenders daar achteraan – die zijn over…)
Morgen waait het niet. Dus dan “verplicht” de tuin in! En wat mij betreft is een uurtje ook al mooi, als je jezelf niet meer wilt gunnen.
ok – een uur moet te doen zijn