Met dank aan mijn zeker 100 meerkoeten wordt mijn wak er niet kleiner op.
Naar voor die enthousiaste mensen die dit weekend de Eilandspoldertocht willen schaatsen.
Vanavond om zes uur sta ik uit een grote emmer brood uit te delen aan de eenden en koetjes.
Een meerkoet (anders zijn ze schichtig) neemt een stuk brood zonder aarzeling aan uit mijn hand.
Helaas niet ‘honger gestild’, hoogstens ‘niet meer helemaal leeg maagje’.
Aan de rand van het wak staat een aalscholver.
Ik dacht niet dat die ook brood at maar wie weet als het visetende bekje maar wanhopig genoeg wordt.
Twee mannen komen aan schaatsen. Hard.
De tweede stopt.
Ik denk: die gaat iets zeggen over de plaatselijke Tocht en dat ik de eenden moet wegjagen zodat het wak kan dichtvriezen.
Ik plaats de hakken ferm in het zand, bereid mijn lieve watervogels met hand en tand en emmertje te verdedigen.
Maar: “mevrouw,” vraagt de man, “welk dorp is dit?”
Grootschermer, antwoord ik.
O. Is Schermerhorn dan in die richting?
Ja.
Ze moeten nl voor donker binnen zijn, vertelt hij.
“Succes!” roep ik hem toe. “Succes!”
En denk: dat wordt dan héél hard schaatsen als je voor donker Schermerhorn nog wil bereiken.
Maar misschien kan het wel.
Als er iemand geen verstand heeft van schaatsen ben ik het.
Geef een reactie