Ik mag op Tashi passen.
In de tuin voor L.’s deur ligt een natte post-it.
Hij is voor mij. ‘Tashi is in de kamer’ staat er.
In de kamer ipv in het halletje waar ze anders ligt.
Ik loop de kamer in. Geen Tashi. Ik roep. Geen Tashi.
Ik lees het briefje nog eens. Er staat toch echt ‘kamer’.
Nog eens roepen.
Dan: pootjes op de open trap. Kopje tussen de tralies.
Enthousiast hondje dat érg veel knuffels wil (wel zes) en dan naar buiten sprint.
Tashi plast, Tashi poept, Tashi speelt héél even met de bal, Tashi kijkt over het hekje naar de straat.
Tashi loopt weer naar binnen, ik sluit haar in.
Ik dénk dat ze me spijtig nakijkt.
Ik kom straks terug.
Geef een reactie