Acht dagen geleden was mijn borstkankeronderzoek.
Na veertien dagen zou ik bericht krijgen over de uitslag.
Maar twee jaar geleden was dat eerder. Ik weet tenminste dat ik toen de brief kwam dacht ‘nu al’.
Zodat ik nu elke dag van deze week de brief verwacht.
Vandaag was hij er weer niet.
Om elf uur val ik in bed. Doodop. Samen met Eebje tegen mijn hoofd en Sammie in mijn armen. Ik zak weg, de telefoon gaat.
De dokter! denk ik. Want R. kan het niet zijn en stel dat mijn dokter het bericht over borstkanker al heeft ontvangen en dat die (heel netjes zou dat zijn) het me liever zelf vertelt dan me er in een brief over te laten lezen.
Ik ren naar de telefoon. Zeg mijn naam.
“Spreek ik met meneer of mevrouw Van Doomen” vraagt een allochtoon klinkende jongeman. “Ja.” “Met (onverstaanbaar) van Tele2.” “O.” “U bent toch meneer of mevrouw Van Doomen?” “Ja.”
“Ik kan u een groot voordeel bezorgen.”
“Ik wil geen voordeel. En ik hoef u geen reden te geven. Ik wil niet. Dag.”
“Da-aag.”
Geef een reactie