Ik ben een op tijd komer.
Eigenlijk ben ik een te vroeg komer. Die desnoods wat rondjes gaat rijden om degene met wie ze een afspraak heeft niet te overvallen.
Je hebt ook op het nippertje komers. Die wanneer je net zit te denken: waar blijft-ie nou hijgend de deur van het etablissement openwerpen en een heel verhaal beginnen over waarom ze het nét (maar ook: bijna net *niet) hebben gered.
En je hebt de te laat komers.
Die gewoon te laat van huis gaan, niet de moeite nemen dat even te melden en een half uur, een uur later dan afgesproken (jij zit tóch thuis en waarom zou je eigenlijk ergens heen moeten?) aan komen zetten.
Met een ‘sorry dat ik te laat ben maar…’ waarop jij moet zeggen ‘niet erg, hoor’.
Omdat dat sociaal gewenst gedrag is. Omdat je anders een trut bent.
Op tijd komers en te laat komers vormen geen goede combinatie.
Ze zouden elkaar moeten mijden.
Renesmurf zegt
Mijn broer en zus komen altijd te laat, ze vertrekken op het moment dat ze het zeker niet meer halen.
Ik ben altijd veel te vroeg, maar ik mag graag de plaats van bestemming wat verkennen altijd.