R. is op vakantie. Een dikke maand.
Over tien dagen is hij terug.
Soms belt hij. Vijf minuten.
Hij vertelt hoe het dáár is en vraagt dan hoe het hier is.
“Goed” zeg ik.
Met mij? Ja hoor: goed.
En het gaat ook best goed.
Niet de gelegenheid hebben om elke dag naar wens mijn hart uit te storten scheelt een slok op een borrel kwa leed.
En echt leed dat ik wel zou willen bespreken perst zich niet lekker in de resterende anderhalve minuut.
Opzouten dus maar.
En als ik er zin in heb (quod non geloof ik) een wijze les peuren over dat dat zomaar blijkt te kúnnen.
Inger zegt
Het is vast erg oneerbiedig, maar dit stukje ontlokte mij een vette grijnslach. Met dit soort humor kom je er wel. (Waar? En hoe? Ach ja)
Jeanne zegt
Niks oneerbiedig: dat is precies wat mij zelf overviel!
Want het *is* toch raar dat ik opeens veel minder Groot Leed ervaar wanneer er niet 24/7 iemand is om bij te klagen 🙂