Er is maar een klein aantal mensen van wie me kan schelen hoe het met ze gaat.
Van een nog kleiner aantal ben ik geboeid door wat ze meemaken op vakantie.
(het is niet anders en als je nu geschokt bent kom je hier nog niet lang anders had je dat geweten)
Soms lees ik op lijsten of hyves of Twitter over vakanties met veel foto’s en die mensen willen alles met me delen. Soms mailen ze me zelfs om me daarop te wijzen. Soms alleen foto’s. Soms foto’s met dagboek en al.
O got, denk ik dan.
Want wat moet ik met belevenissen van mensen die ik niet of nauwelijks ken en die meestal niet extreem goed zijn geschreven zodat ze daardoor weer interessant zijn.
Een maand geleden kreeg ik zo’n ‘vind je vast leuk om te lezen’ doorgestuurd.
En het was leuk. Maar vooral vervreemdend.
Omdat ik zag hoe mensen met zevenmijlslaarzen, wat heet: twaalfmijlslaarzen door Amerika karden waarbij ze plaatsen aandeden die mij zeer lief waren. Daar legden ze even aan, deden een indruk op die soms best verrassend was – en wég waren ze weer.
Wat me opviel (en daar gaat dit stukje over): ze hadden ergens in een kleine stad in Utah moeite hun tank vol te gooien. Omdat ze op hun credit card niet meer dan voor 50 dollar konden krijgen.
Nou já! Zég! Schreven ze woest. Als het zo moest, dan teekten ze hun business elsewhere!!
Alsof het om een persoonlijk gerichte agressieve daad ging.
Zo is het niet.
De laatste jaren en de afgelopen maanden meer dan ooit zijn Amerikanen voorzichtig met betalingen.
Credit cards? Liever niet – en anders met legitimatie.
Nee: debit cards moeten het zijn. Of nog beter: cash.
Ik pleeg te betalen met credit cards. Die staan op ‘Jeanne Doomen’ terwijl op mijn paspoort een trits katholieke doopnamen staat maar Jeanne is er niet 1 van.
Dat leidt opeens tot problemen.
Zodat ik geld trek uit de Amerikaanse flappentap: de ATM.
En dan bij benzinestations even binnen ga betalen.
Raar vind ik het ook (een beetje).
Maar woest ben ik niet.
Geef een reactie