Â
Ik woon m’n leven lang in de binnenstad van Amsterdam. Mooie stad, veel toeristen, soms teveel.
Na Amsterdam is de plek waar ik bij elkaar het langste heb verbleven, is Grootschermer. De fase van toeristiek bezoek is allang voorbij, van echte bewoner is natuurlijk geen sprake, laten we het ervaren bezoeker noemen. In de zomer komen ook hier de toeristen. Sportieve, per fiets en wandelend, uitstapjesmakers, per auto met grootmoeder achterin en veel buitenlanders om holland onder de vloedlijn te bezichtigen.
Het centrum van het dorp – waar Noordeinde en Zuideinde bij elkaar komen; voor ook nog een Oost- en Westeinde is het te klein) wordt gesierd door het Raadhuisje. Op de ene kant staat 1639 op de andere 1652 in fraaie zwartijzeren muurankers. In feite is het in 1939 hier samengesteld uit de restanten van de raadhuisjes van Noord- en Zuidschermer. In het raadhuisje werk de redactie van de Polderexpres, die ons wekelijks over alle belangrijke gebeurtenissen op de hoogte houdt. Daarin mogen ze niet gestoord worden, zoals ook duidelijk staat aangegeven. Op het onderste papiertje staat een treffende verduidelijking: “Even kijken is toerisme bedrijven”.
mariette zegt
klinkt niet erg uitnodigend. maar wat een mooi gebouw! kan me voorstellen dat iemand daar wel even naar binnen wandelt om ’toerisme te bedrijven’
Linda zegt
Niet echt toerist vriendelijk 😉
Renesmurf zegt
Amsterdam is op zich mooi genoeg voor toeristen!