Voor Fanlog vragen we boeken aan van een uitgever die veel boeken van NOS-mensen uitgeeft.
Hansje en ik bedenken: zullen we daar een zondagverhaal over maken. Over die uitgever.
Boekbesprekingen kunnen altijd later nog.
Hansje wil het wel schrijven maar kan ik vast wat vragen bedenken.
Dus maak ik een behoorlijk volledig lijstje met vragen en zeg dan: ik kan ze natuurlijk ook zélf stellen en dan stuk schrijven.
Zo gezegd etc.
Vanochtend voor -voor anderen:- dag en dauw verzend ik de vragen. Om zeven uur heb ik de (uitvoerige) antwoorden al binnen.
Met dit zinnetje: “Jij bent niet toevallig de allround journaliste Jeanne Doomen?”
En ja! Ja! Ja! Dat ben ik wél!
En tjonge wat is het balen dat 9 van de tien (zo niet 99 van de 100) mensen met wie ik in contact kom geen benul daarvan hebben.
Maar heel af en toe is daar dus iemand die me ként.
Niet ‘kent’-kent zoals in ‘ziel’.
Maar wel ‘kent’-kent als in dat ik ooit, lang geleden, voor wie VK las en Opzij en Mensen van Nu en Disk en Belasting Magazine en Account en Folia en Sekstant en De Nieuwe Linie en Ars Aequi en het Nederlands Juristenblad en nog zo wat dat me nu even niet te binnen schiet iemand *was*.
Ah – goeie ouwe tijd.
En nog meer ‘ah’ – iemand die daar iets van weet.
Mooie opsteker 🙂