Vannacht: Ik heb een kut-droom.
Ik droom dat 1 van mijn kippen ernstig ziek is.
En alleen een hoogleraar in Brussel kan haar redden.
Bel hem dat ik er aankom, smeek ik mijn dierenarts. Zodat hij haar vanavond nog kan helpen en ik niet een nacht met mijn kip op een hotelkamer hoef door te brengen.
Om kwart voor vijf word ik wakker. Om tien over vijf sta ik (de droom lokt niet) op.
Nu al zitten achter de slaapkamerdeur Guus en Sammie.
Ik krijg 1 beenwrijf van Sammie. Guus wil (praat ik mezelf aan) graag op zijn hoofd gekust.
Om half twaalf komt Sammie op schoot.
Aarzelend. Zo van ‘nou ok’ en ‘s kijken’ en nogzowat.
Ik aai zijn hoofd en zijn zijkant en kus een paar keer (niet vaak!) zijn pootjes.
Ik ben voorzichtig met zijn buikje.
Na tien minuten gaat hij weg.
Vanmiddag (ik ben kapot) rol ik in bed – slaapkamerdeur dicht.
Er achter Sammie: mauw! En: krab.
Ik negeer.
Wat me verder opvalt.
Het keiharde knokken dat ze deden, Sammie en Guus, dat is niet meer.
Dat is positief.
Maar ik vertrouw hem nog helemaal niet.
Hippo zegt
De machtsverhoudingen zijn aan het veranderen?
Linda zegt
Het klinkt niet slecht maar het is duidelijk een lange weg…wat een leuke foto van die twee…