Ik heb een begeleidend verpleegkundige.
Daar vertelde ik al eens over.
Hártstikke aardig en ze heeft zéér met me te doen.
Omdat ik niemand had om mee te nemen afgelopen donderdag.
Echt niet?! Nee.
Na het gesprek met de gynaecologen (twee uur! met praten en in me porren en zij met elkaar pratend terwijl HIJ in me porde met een fietspomp en ik niks snapte) liep ze met me naar de anesthesist en begon er weer over hoe zielig ik was dat ik alleen was en ja hoor, daar kwamen de tranen en dus omknelde ze me: dan zou zij er wel voor me zijn!
Goed bedoeld! ik weet het! maar ik verstar en denk laat me los en zodra het enigszins kan trek ik me terug.
Later bij het gesprek na alles waarna mammogram óók nog zal volgen en ik alleen maar fluister “ik wil naar huis” begint zij WEER over hoe moeilijk het voor me moet zijn en ja, trillend lipje, tranen in mijn ogen, kan niet meer zakelijk praten.
Gooi het er maar uit! zegt ze. Is goed voor je! Je moet het kwijt!
Nee, zeg ik (trillend – wat het niet echt sterk maakt).
Zo wérkt dat niet voor mij.
Jawél, houdt zij vol. Het moet écht.
En ze gaat naast me staan en houdt mijn hand vast en reikt me tissues aan en ik herken goede bedoelingen wanneer ik die zie maar ik wil echt alleen maar met rust worden gelaten.
Ben ik nou gek?
Later google ik hierop en ik blijk idd gek te zijn.
De meeste mensen janken er lustig een eind op los en voelen zich dan beter.
Ik niet.
Maar er zal nog een hoop aan mijn tranen worden getrokken wanneer straks tijdens de operatie blijkt dat ik idd kanker heb wat ik zal moeten verwerken door een goed gesprek met het personeel.
Ik wens je heel veel sterkte en moed.
Ik ook.
Dank jullie, lieverds! Loki wenst me vast ook het allerbeste! (als hij net niet even de hort op is of heeft besloten dat hij vannacht *niet* op bed ligt maar op zijn toren)