Wanneer iemand zegt dat ze blij is met mijn tuin omdat de hare dáár altijd nog fraai bij afsteekt is het ook mij duidelijk dat er (in de ogen van anderen) iets mis is.
Dat iets heet verwildering en overwoekering en onkruid.
Dus zeg ik gisteren tegen mijn werkster – die twee weken geleden al zei dat er nodig iets aan de tuin moest worden gedaan – dat ze wat mij betreft morgen (dan komt ze) een deel van de tijd de brandnetels en zo te lijf kan.
Maar ze was moe want ze had elders al hard gewerkt en haar rug deed pijn en haar nek was stijf en nog zowat. Dus besluit ik vanmiddag (ik had toch geen zin in Betty Boop en het was dát of Tour-hangen) mij met het eigen onkruid te bemoeien.
Mn dat wat hier op de foto in het midden staat. Lange stengel, kleine gele bloempjes. Betrekkelijk makkelijk met wortels en al uit te rukken.
Leuk is dat. Ruk – ruk. Met aan mijn voeten Femke die enthousiast wormpjes pikt waar ik de aarde heb omgewoeld. Eindelijk ben ik de haan die ze altijd al in me gezien heeft.
Na een uur is er best veel uitgeroeid en bedenk ik dat ik een Before-foto had moeten maken om nu eer in te leggen met het After.
Wel jeuken allebei mijn onderarmen en heb ik mn op de rechter een raar soort uitslag.
Omdat ik in mijn enthousiasme niet eens op het idee ben gekomen tuinhandschoenen aan te trekken.
Ik dénk nu dat ik het hartstikke leuk vind, werken in de tuin. En dat ik het vanaf nu elke dag een uur ga doen. Totdat tuin en ik geheel in harmonie zijn.
Maar als ik het echt zo leuk vond had ik dat natuurlijk al wel eerder gedaan.
mariette zegt
zonder gekheid: het ís leuk. ook al ben je moe, vaak is het wel lekker als je iets in de tuin gerommeld hebt. zeker als daar ook nog dieren lopen. eigenlijk is het misschien iets om een soort plannetje te maken voor de tuin. iets makkelijks, zonder gedoe, waar je af en toe iets in kunt doen waarvan je dan ook resultaat ziet. kan gewoon wild zijn. ook al ben ik blij dat ik vóór de vakantie in het laagseizoen ná wieden voor het eerst vergif heb gebruikt op de paden (waardoor ik dus géén oerwoud had toen ik terugkwam afgelopen zondag), het blijft lekker om even iets te doen in de tuin. onkruidjes wegrukken, beetje vegen, beetje rommelen 🙂
Jeanne zegt
Ik doe het ook wel eens vaker, maar nooit gestructureerd.
En ik weet helemaal niets van planten dus ook niet wat ik moet doen om ze
– definitief te verwijderen
– terug te snoeien (maar niet te killen)
– in betere banen te leiden
en bv: wie wie dreigt te verstikken en of ik dan de verstikker moet verwijderen of dat wat inperken ook helpt.
Zoiets als vanmiddag vind ik leuk omdat ik die plant kén – hoe hij ook moge heten.
Hij is er elk jaar, verdwijnt in de herfst maar komt gewoon weer terug.
Oók waar hij met wortel en al is verwijderd.
Daar kan ik dus niets fout aan doen.
Hippo zegt
Groot springzaad 😉 Impatiens noli-tangere – als de peultjes rijp zijn, springen ze met heel veel kracht open als je ze aanraakt, en verspreiden zo de zaden flink ver (meters) om zich heen.
Hij is eenjarig, dus je krijgt steeds nieuwe planten uit zaad – tenzij je ze wegwiedt vóór ze zich kunnen uitzaaien.
Jeanne zegt
Het is welkom, het groot springzaad.
In de knagersrennen zorgt het voor ‘bush’ om lekker doorheen te struinen (denk ik).
Ik zal alleen verwijderen waar het ietsje te gek wordt.
De rest kan wat mij betreft blijven.