valt me weer eens niet mee.
Dode dieren, zieke dieren. Ze leggen een bodem voor wanhoop waaraan ik me niet meer kan onttrekken.
In een poging tot bonden met Femke ruk ik uit een perk een hoop onkruid uit.
Maar het is te warm, de aarde is te droog – er zit geen voedsel-voor-kipjes direct onder de omgewoelde aarde.
In het virtuele en echte leven heb ik het moeilijk met mensen van wie ik meer had verwacht.
Een enkeling benader ik (watsgebeurt – wat je geloof ik anders spelt).
Anderen laat ik maar. Me neerleggend bij: kennelijk ben ik niet leuk genoeg en ach nou ja en lamaar enzo.
Op twitter zie ik vooral hyperende kijkmijeens vlotte tiepjes.
Ik log uit en ga de buitendieren voeren.
Soms doet kritiek pijn, dan duurt het lang om in te zien dat iets wat ik doe wordt bekritiseert en niet wie ik ben. Toch twijfel ik, want er zijn mensen die er op kicken anderen pijn te doen. Dan duurt het even om weer te vertrouwen. Zolang houd ik mijn kop, wat niet wil zeggen dat ik niet mee leef.