Okee, okee.
Ik ga hem dus ver-schrik-ke-lijk missen, Rob Trip.
Eerst was ik boos. Toen dacht ik: het is niet anders.
En nu ben ik ein-de-lijk aangeland bij de laatste fase van het rouwproces (of werkt dat net anders – ben het even kwijt).
Rob Trip.
De vroege ochtend. In de zomer *bijna* gelijk aan mijn bioritme.
In de winter: intiem luisterend in een donker hol. Slaap nog in de oogjes.
Helemaal alleen (althans – zo voelde het) met zijn stem.
Me vertellend over de wereld en het nieuws.
Opgewekt (vaak), neutraal (soms) en niet-zo’n-zin (zelden – maar het kwám voor).
Zó slim.
Voor mij vaak té slim.
Over economie.
Mm-mm reageerde hij wanneer ik dacht: waar gáát dit over.
En té goed op de hoogte en té algemeen ontwikkeld.
Over verre buitenlanden. Over zorgstelsels. Over intellectuelen en kunstenaars die een prijs wonnen.
Spontaan, in de interviewtjes.
Niet altijd. Maar soms heel erg.
Zo lief kon hij ook zijn. Persoonlijk, gevoelig.
Die NL-vrouw toen, met dat baby-tje. Bij Katrina.
En natuurlijk scherp en soms ietsje sarcastisch maar niet op een nare manier.
‘Kon’ – wat raar. De man is niet dood.
Nee. Maar hij zal er nóóit meer zijn wanneer ik me om zes uur aan de PC zit.
En als het waar is wat Harrie voorspelt dat hij een avond Oog gaat doen heb ik daar niks aan want Oog hoor ik alleen terugrijdend van de opera = 6x per jaar.
Op Fanlog wuif ik Rob Trip opgewekt uit.
Aangezien dat de officiële Rob Trip-fansite is.
Hier ben ik mezelf.
Zo’n beetje.
Het is ene heel leuk stuk geworden, Jeanne!