De assistentes van de dierenarts betreden om acht uur het pand (om half negen gaan telefoon en balie open) dus zit ik vanaf acht uur aan de telefoon wachtend op een telefoontje hoe het met Carla gaat.
Naar mate de tijd vordert denk ik: ze zal wel niet dood zijn want dan hadden ze al gebeld.
Maar even na half tien gaat de telefoon en dan blijkt dat ze wel ’s ochtends dood in haar hokje lag.
Ik ben verdrietig en rationaliseer.
Ik denk: tis maar een caaf.
Over een paar uur denk ik aan andere dingen.
Niet.
Een dag treuren om caaf Carla.
Totaal geplet door ellende en verdriet.
Om dat kleine bruine wezentje.
Afgaand op de foto’s had ik haar ruim 4 jaar.
Aangezien ze hier niet is gekomen als baby was ze dus, vermoed ik, minstens 5-6 jaar.
Ik praat mezelf aan: best oud voor een cavia. Wat onzin is.
Ik zeg tegen mezelf: ze had 2x en huidaandoening. Die krijgt een caaf als ze minder weerstand heeft dan de andere caven. Ze hád dus minder weerstand.
En zo praat ik nog het een en ander maar het gevoel blijft dat ik caaf Carla ontzettend mis omdat ik ontzettend veel van haar hield.
Sandra zegt
Ach Carla toch :'(
aithos zegt
Arme, arme jij. Die speciale verbinding is altijd juist het meest voelbaar en pijnlijk als je hem verloren bent. Alweer zo’n verdomd gat erbij…
Sterkte!