In Radio Kassa was gisteren een reportage waarin werd gewaarschuwd om niet een té goede verkoper te zijn.
Of meer: om niet een te goede verkoper te hébben.
Omdat de winkelier die er zo 1 heeft problemen krijgt met klanten die de Supergoede verkoper gewend zijn wanneer die er een keer niet is. Dan zijn ze ontevreden over de ándere verkopers.
Ik dacht eerst: dit is leerzaam.
Maar daarna: ik zie het verband toch niet.
Nou, een beetje misschien.
Omdat klanten die totnutoe steeds kadootjes bij hun bestelling kregen die nu -vaak- niet meer krijgen.
Maar kwa ‘service’ maakt het natuurlijk niet uit.
Wanneer een klant vragen stelt, beantwoord ik die snel en vriendelijk.
Dat deed ik en dat doe ik.
Naar minder service streef ik eigenlijk ook niet.
Als ik al ergens naar streef is het naar meer van me laten afglijden als er iets tegenzit.
Klant niet aardig? Klant betaalt niet? Klant zeurt en zeikt?
Klant kan de plomp in en verzuipen.
(dat streef ik dus na – als gevoel)
Kim zegt
Wat een vreemde redenering van Kassa. Je goede verkoper is goed, je andere verkopers zijn minder. Klant is dus minder tevreden bij behandeling door de anderen. Conclusie: je goede verkoper moet maar minder worden of ingeruild voor een andere die minder is. Dit is toch je aanpassen in de verkeerde richting? Mijn idee zou zijn om de mindere verkopers beter te laten worden.
Jeanne zegt
Gisteren was het nog erger.
Trucs die je als verkoper moet uithalen wanneer de klant niet snel toehapt.
Zoals gaan spiegelen: staat de klant met de handen in de zakken, dan jij ook.
En het vertrouwde “meneer, die auto/magnetron/dvd-speler etc heb ik zelf óók”.
Ze raden het niet aan trouwens, maar het zijn reportages waarin anderen over dit soort zaken vertellen. Wél geven ze het vrij kritiekloos weer.
Aan de andere kant, hoeveel zin zou het hebben om er ‘foei’ bij te zeggen.
Het is impliciet natuurlijk wel een waarschuwing.