Tien jaar zat ik in een commissie waar ik deed wat ik hartstikke leuk vond.
Ik schreef er laatst over: dat toen iemand me vroeg wat ik wou wórden ik dát wou worden.
Wat ik dus al wás.
(hoe triest)
In die commissie werkte ik in de loop der jaren met twintig(?) leden. Enkele vond ik hartstikke aardig. Andere vond ik ‘lief maar dom’. Aan weer anderen had ik ongelooflijk de pest.
Dat waren de ‘de kantjes er af lopers’.
De commissie had een secretariaat.
Met eerst een érg aardige jongen (naam vergeten – hoe kán dat nou). En toen ook alweer erg aardige meisjes (namen *niet* vergeten).
Ook had de commissie stagiaires.
Erg jong, beetje volwassen(er lijkend), best volwassen.
Oenig, oh well, slim.
Een ervan mailt me opeens vandaag. Dat ze me heeft gevonden en of ik me haar nog herinner. Wat ik doe. Wat best vreemd is want op 1 jongen na van wie de andere cie-leden me later vertelden dat hij verliefd op me was (ik had geen benul) is er verder niet zo veel blijven hangen.
Nee, ze zit niet bij LinkedIn. En ook niet bij Hyves. Want ze heeft niet zo veel met internet.
En hecht aan privacy.
Ik vind haar leuk. Net als toen maar nu weer anders.
En ik zie haar nóg voor me.
(ook fijn voor iemand-ik- die af en toe denkt dat vroege Alzheimer haar grijpt)
Yvette zegt
Die eerste erg aardige jongen heette vlgs mij Dave…rings any bells? 🙂 dan geen Alzheimer toch? 🙂
Jeanne zegt
Vannacht schoot me Dave ook te binnen.
Maar ‘Yvette’ en ‘Anita’ en ‘Renate’ – die wist ik allemaal metéén 🙂