Behalve ‘eet citroen, eet knoflook, eet vitaminen’ lijkt iedereen het in elk geval eens te zijn over: “Je moet goed eten”.
De eerste avond ben ik heel blij met de dolmades die Lyda voor me maakte en neem ik ook een hapje van haar appeltaart.
De ook door haar gemaakte salade krijg ik niet door m’n keel.
(sorry, L! het ligt niet aan jou!)
Ik prik er wat stukjes uit.
Het geheel is te gekruid.
Bewaard tot de volgende dag (wat niet hielp).
Zelf een slome spaghetti met knoflook en olie gemaakt, me gedwongen 1 hap door te slikken, hap twee van de vork terug laten glijden op het bord.
(dát vonden de kippen de volgende dag een fijne verrassing)
Intussen voel ik me steeds slapper, zou ik werkelijk niet weten wat dan wél te eten (heb nergens zin in) en hield ik het gisteravond maar op 1 zachtgekookt eitje.
Waarvan ik de helft vanochtend weer aan de kippen gaf.
fruit, groente, sap, en natuurlijk ‘hoestsnoepjes’ om de keel te smeren, net als veel (kruiden)thee. Maar over gaat het natuurijk eigenlijk alleen van de tijd die het nodig heeft om over te gaan.