Om mezelf af te leiden bedenk ik wat klusjes.
Zoals het schoonmaken van het kleine huisje in de eerste konijnenren.
De konijnen zitten er al een tijd niet meer in (nog wel óp), zodat schoonmaken er niet meer van kwam.
Máár, bedacht ik bij het kijken naar de flarden viezigheid in de opening, logisch dat ze er niet in zitten als het daarbinnen troep is.
(Nog) vol goede moed betreed ik met handschoenen en schepje en een doos om de troep in te doen de ren.
Ik open het deksel.
Ik denk ‘oei’.
(kwa understatement)
Want niet alleen hangen er flarden maar het huisje wordt intensief bewoond door slakken en pissebedden.
Ik besluit dit karwei over te laten aan een deskundige.
Als je écht wil zien hoe smerig het is moet je even op de plaatjes klikken.
[NB ze hebben nóg een huis! dit ter geruststelling – een groter. Maar meestal zitten ze daaronder in het zelf gegraven hol]
Truus zegt
Het zijn wel lekkere snackjes voor het egeltje, als die er nog is. Hier is het ook een slakkenfestival, vooral veel huisjesslakken. Ik heb niet gereageerd op alles wat je doormaakt, omdat ik niet weet wat ik moet zeggen bij zoveel verdriet. Liefs en sterkte en verder kom ik niet, maar het is wel gemeend.
Jeanne zegt
Dank je, Truus!
Ik heb egel niet meer gezien maar ik voer hem ook niet meer de afgelopen jaren omdat op de gebutste eitjes ratten afkwamen die vorig jaar bijna een plaag werden.
Mijn huidige kippen eten hoogstens érg kleine slakjes.
Niet deze dikkerds.
Pissebedden blieven ze wél.