Sinds Guus twee jaar geleden de diagnose hart- én schildklierkwaal kreeg en de prognose ’tussen 1 maand en max een jaar te leven’, ben ik hem gruwelijk gaan verwennen met lekkere hapjes.
Eerst omdat ik anders zijn pilletjes er niet in kreeg.
Daarna ‘zomaar’.
Doe dat twee jaar en een lieve, beschaafde, timide kat wordt een opdringerig dier dat als ik een toastje eet het ongeveer uit mijn mond haalt en wanneer ik me even omdraai onbeschroomd mijn bord leeg eet.
Valt mee te leven.
Bovendien heb ik geen keus.
Vervelender is dat hij intussen ook érg kieskeurig is geworden mbt de dure blikjes en kuipjes.
Gewóón blik eet hij al heel lang niet meer (Sammie ook niet, maar dat is altijd al een lastige eter geweest).
Met de dure blikjes en kuipjes is het afwachten.
Zo kocht R. een hoop vierkante van een mij ook onbekend merk dat meneer niet blieft.
En (dom! dom! dom!) ook mini-blikjes van de Plusmarkt.
Dat is uiteraard ver beneden zijn stand.
Dús koop ik zojuist weer een massa van de duurste blikjes.
En voer de niet-gewenste aan egel.
Die ze tot het laatste hoekje uitlikt en gelukkig geen kapsones heeft.
Geef een reactie