Ik ben dol op vogels.
Ik ben blij met in mijn tuin de huismus, de heggemus, de turkse tortel, de kauw, de roodborst, het winterkoninkje, de sperwer, de merel, de spreeuw, de houtduif, de lijster, de koolmees, de pimpelmees, de vink en nu vergeet ik er vast een hoop.
Allemaal zie ik ze graag maar mijn hart klopt iets sneller wanneer ik opeens tik-tik-tik, tak-tak-tak hoor en in de verte dwars door de regen een specht zie.
Verrekijker erbij. Ja: specht. Geen rood. Althans, dat zie ik niet. Zéker geen rood op het hoofd.
Foto. Zéér onscherpe foto. Maar ja hoor: de grote bonte specht. En dan de dame.
In Yuma heb ik ook een specht. Die zie ik soms vanuit mijn motelkamer. In april of in september. Dan trekt hij door.
Dit jaar was hij er ook. De Gila Woodpecker. En ook dit was een dame. Die zich op de tweede foto afvraagt of ze soms iets van me aanheeft.
De derde toont haar met een vriendin in de gloed van de ochtendzon. Met de camera kan ik op die afstand niet veel.
Ik volsta met bewonderen.
Ik ben dol op de Vlaamse Gaai;in een dag tijd heeft-ie mijn pindasnoer naar binnen gewerkt.
Nu je het zegt: heeel soms zie ik die hier ook.
Hij blijft in de achtertuin, is niet een tamme vogel (bij mij).
Maar hij is welkom! (geef je dat aan ‘m door?)
Wat leuk! Ik ben ook altijd extra blij als ik een specht in de tuin zie (ook al als ik er eentje hoor tijdens een boswandeling, trouwens). Vorig jaar had ik een paartje grote bonte regelmatig in de achtertuin. Dit jaar heb ik ze nog niet gezien, wel één keer een kleine bonte. Die’s ook mooi (en welkom)!