Laatst had ik het met iemand over vroeger en we stelden samen vast dat voor elk van ons gold “I used to be someone”.
Een van de dingen die ik wás, was een verdomd goeie interviewer.
Ik dacht daar weer eens aan toen Hansje (die binnenkort een R1J-correspondent interviewt) me vroeg ‘of ik nog vragen voor ‘m had’.
Ik had (en heb) vrijwel nooit ‘nog vragen’.
Ik verzamel materiaal. Ik put uit google wat er in google zit. Als mijn te interviewen persoon elders is geínterviewd vraag ik dat op. Heeft ze (m/v) boeken geschreven, dan spel ik ze.
Niet alleen ter voorbereiding. Maar ook omdat ik vind dat het een belediging is voor een iemand die tijd maakt en moeite doet om met me te praten als ik dat *niet* heb gedaan.
Ik sta hierin – merk ik – alleen.
The times they are a-changin’…
En dat vind ik treurig.
aafke zegt
grappig
vandaag werd ik geinterviewd
en ik merkte wat jij hierboven stelde – dat het scheelt als de interviewer al onderzoek heeft gedaan.
gekke is ook, ik bereid een interview als geinterviewde óók voor; ik denk na over wat ik kwijt wil en over hoe ik het kwijt wil.
Jaap zegt
Interviews waarbij de interviewer, mits een boeiend personage, zichzelf in de waagschaal legt vond/vind ik altijd de boeiendste. Vroeger kocht je de krant voor Bibeb, Ischa. Ben Haveman ook. Zijn er equivalenten? Frénk van der Linden? Vast wel meer. De voorbereiding bestond uit de totale identificatie met de geïnterviewde. Er werd niet alleen uitgehoord, maar ook geprovoceerd, opgevreeën, getart en gedold. Interview als literair genre, dat zou in Nederland weer meer aan bod mogen komen vind ik.