De telefoon gaat en het is *niet* R. en ook niet een creep van een call center.
Het is een man die bezig is met een boek en hij wil me iets vragen. En omdat ik druk ben met eten klaar maken voor de knagers (duister is aan het vallen) hoor ik het begin niet goed. Waar dat boek over gaat. Maar hij wil van mij weten hoe het is afgelopen met mijn handtekeningenactie om de Beatles naar Nederland te halen.
Juist, ja.
Of juist, nee.
Die actie, dat was een mooi initiatief. Van toen ik een jaar of 14-15 was. Opgezet met iemand van wie ik de voornaam nog wel wist en nu dankzij de man de achternaam ook weer.
We kregen een hoop publiciteit. Radio Veronica deed een oproep. En we kwamen in het Eindhovens Dagblad. Met een foto waarop we kaarten met bijvalbetuigingen vrolijk in de lucht wierpen. Op de achtergrond een meisjeskamer met Beatles-foto’s. Mijn meisjeskamer.
Ik beloof de man dat ik zal zoeken naar die foto. Of ik ‘m als echte foto heb.
Later google ik hem (en vind niets, maar hij zei dat er boeken moeten zijn dus misschien was ik te haastig of te slordig).
Ik google ook háár met wie ik kort bevriend was.
En van wie ik me herinner (daarom verzwijg ik haar naam) dat ze zichzelf verwondde en die wonden dan weer openkrabte.
Ik kan haar niet vinden.
En onze wegen scheidden toen ik naar het gymnasium ging en zij naar? geen idee. Mogelijk HBS, mogelijk MMS, mogelijk naar een andere school.
Geef een reactie