Weemoed en spijt overvallen me weer vandaag.
Er was iets in een droom dat niet leuk was.
Ik weet zelfs nog wát.
Maar eenmaal wakker viel zodra ik genoeg had genoten van ’tis best mooi weer’ (ook ‘best koud’ trouwens) een kást met onverwerkt leed over me heen.
Met als bloedrode lijn: verloren liefdes, verloren vriendinnen, verloren vrienden.
Sommigen zijn dood. Daar is natuurlijk niets meer aan te doen.
En dat ze soms opduiken in mijn dromen troost me niet, het maakt me ongemakkelijk.
Vannacht droomde ik van een verloren vriendin.
Een vriendin uit mijn jeugd met wie ik een paar jaar een beetje email-contact had tot ik het dit najaar zelf liet verslonzen. Omdat het moment om te mailen nooit echt geschikt was. Zodat ik het uitstelde. En dan mailde zij soms ongeduldig wat bij mij wel werkte op het schuldgevoel maar niet op: schrijf nou, trut!
Een maand geleden stapte ik over ‘het moment is niet goed’ heen. Ik mailde haar de avond voor Eebje dood ging over dat ik zo ontzettend bang was dat Eebje zou dood gaan. Ze reageerde niet.
Eenmaal daar over treurend kon ik er zo een hoop mensen bij optellen die uit mijn leven zijn verdwenen- of ik uit dat van hun (hen?).
Ik benijd de mensen die zich wentelen in veel-vrienden.
Ik wou dat ik ze ook had. Hoewel – als ik dat echt wou, had ik ze misschien wel.
Ik wou in elk geval dat ik me gelukkiger voelde dan ik me voelde vandaag.
Geef een reactie