Ik heb ‘m al heel lang op mijn phone, WhatsApp, maar tot voor kort deed ik er niets mee.
Ik mailde.
Tot er niets anders meer op zat omdat de rest van de wereld wél appt.
Vooruit dus maar.
En op allerlei concrete bezwaren na (missch daarover later): appen is ook wel handig.
Mn voor snelle, korte boodschappen.
Het blijken de appers die het probleem zijn.
Ze sturen een korte vraag, ik stuur een antwoord en tik dat in mijn eigen tempo dus met 1 vinger van 1 hand traag tikkend in en terwijl ik daarmee bezig ben komt vraag 2 al of een heel andere tekst van diezelfde apper die zo te zien minstens 30 vingers heeft (mogelijk zelfs meer) die doldriest kunnen tikken.
Terwijl ik nog zit te hijgen met mijn tekstje met de ene vinger.
Gék word ik van die andere appers!
Ook omdat ze in dit programma kunnen zien dat ik echt m’n best doe.
WhatsApp toont “is aan het typen”.
Ze zien dus dat mijn ene vingertje echt haar best doet!
Maar nee hoor, doordenderen willen ze!
En zúllen ze.
Ellendig word ik ervan.
Machteloos.
Maar ik ben bang dat ik het ze niet kan verwijten.
Zij hébben die 30 vingers of missch wel 40 of 50 en dan is het waarsch niet realistisch te verwachten dat ze rekening houden met mijn ene moeizame vinger.
Geef een reactie