Een wilde tuin vind ik leuk.
Liefst zonder brandnetels en er zijn nog wat planten waar ik een hekel aan heb en die ik verwijder (of waarvan ik R. vraag ze te verwijderen). Maar mijn wilde tuin vecht terug en soms verrast hij me in positieve zin (deze zomer opeens achterin twee kleuren digitalis).
Vaak verrast hij me in negatieve zin door brandnetels en gehate planten extra hard te laten terugkeren maar eigenlijk is dat geen verrassen.
Ik probeer de tuin bij te houden.
Echt.
Zo ruk ik elke dag wel een half uur onkruid uit.
Dat zet geen zoden aan de dijk.
De rechterkant van mijn tuin is op dit moment volstrekt verwilderde helemaal niet leuke chaos waar geen beginnen meer aan is.
Links houd ik het bij. Zo’n beetje. Zo goed als ik kan.
Alleen groeien de planten daar elk jaar hoger. En wanneer er een harde stortbui op valt zoals vannacht, is dat het einde van pronte stekken van 2 meter richting hemel maar lazert alles alle kanten op.
Een touw er omheen en een stok in de grond? Geen gezicht.
Wegknippen van wat plat hangt? Doodzonde.
Wat dán? geen idee.
Links een foto van hoe dit deel tuin eruit zag begin augustus 2004. Spontaan, niet drastisch teruggeknipt.
Hieronder foto’s van de tuin nú.
Huiver en huil.
Hippo zegt
Ik zeg helemaal niks…
( http://linkesoep.blogspot.com/2010/07/blik-uit-het-raam-naar-rechts-met.html )