Over een kleine week begint ‘Vancouver’. Op Fanlog staat een artikel waarbij iemand schrijft over herinneringen aan de Spelen.
Zodat ik herinneringen krijg aan Nagano. De spelen van Marianne Timmer.
Die Spelen waren door dát tijdsverschil in de ochtend. Althans de schaatswedstrijden. Zodat ik vroeg naar het AMC reed om daar met Lodewijk de wedstrijden te kijken. Tot een zeikerd van een verpleger dat verbood want anders zouden de andere patiënten dat ook willen. Wat gelul was, want de kankerafdeling was die weken helemaal niet vol en Lodewijk had een kamer alleen en ik ben niet iemand die alsmaar over de gangen zwiert en aandacht eist.
Een week na de Spelen was Lodewijk thuis. Om dood te gaan.
Een vrouw van de thuiszorg (nieuwe vrouw, nooit eerder gezien), babbelde over hoe leuk de Spelen waren geweest. Ja, zei hij. “En nu moeten we weer vier jaar wachten.” Dat was de dag dat de huisarts al besteld was om ’s avonds euthanasie te plegen.
Ik moet daar nog vaak aan denken. Aan de absurditeit van die tekst. Niet bedoeld om stoer te doen en evenmin om de dood te ontkennen.
Tien jaar eerder zaten we op de bank in mijn 1-kamerappartement aan de Wilhelminastraat. Yvonne van Gennip won in Calgary. Dat was ’s avonds laat.
Herinneringen. Oh well enzo.
Geef een reactie