Bella Donna een tijdje geleden kwam om gezelschap voo Potter te zijn, in de hoop dat ze net zo’n loversduo zouden worden als de twee graafrabouwen in de andere ren, viel vooral op dat ze er nijntjesachtig uitzag. Dat ze een baasachtig karkter had en overtollige jeugdige energie bleek al snel toen ze Potter op haar arme dondertje begon te geven. Gelukkig trok die er zich niet zoveel van aan, zodat de lol daarvan al gauw over was. Tegen etenstijd hollen ze wel achter elkaar aan, maar echt jagen is het niet en bovendien wisselt het wie voorop/achterop holt.
De bazigheid richtte zich toen op de cavia’s die achterjaagd werden en gemene meppen kregen; het vrolijk volkje moest zich, onkarakteristiek, erg gedeist houden. Er zat niets anders op dan akelige segregatie: de ren werd in tweeën gedeeld.
Wanhoop niet en wie weet. Eerst heb ik de berlijnse muur op een kiertje gezet dat iedereen natuurlijk direct ontdekte en gebruikte. Zonder meppen. Het probleem zat bij het voederen. Hooi kun je verspreiden, dat is geen punt. Het aanvallen op eten uit een bak, dat is het moeilijke moment. De tussenstappen sla ik nu even over, maar voldoende vreedzaam gedrag liet zich organiseren. Bella Donna krijgt als eerste een bak – de heetgebakerde ziet niet dat de inhoud van deze schaal niet erg groot is – en dan de caven, een meter verderop, een grote bak. Bella Donna gromde eerst kwaaiig tegen een overlopende cavia, die wegdook. Intussen gromt ze steeds minder en worden de cavia’s overmoediger. Bij “hun bak” donderjagen ze zich als van ouds. En Potter huppelt van bak naar bak. En ik heb het tussenhek grotendeels opgerold. Misschien blijft het zonder goed gaan – zo moet bijvoorbeeld nog blijken of het bij slecht weer ook functioneerd – en anders gaat het hek weer op slot.
Dat was het, ik ga morgen weer lekker naar de stad; geen dieren maar mensen die stukken moeilijker zijn. J. gaat iedereen weer lekker verwennen, zoals het hoort. En mij en mijn bemoeizucht zullen ze al snel vergeten zijn. Maar, ik kom terug.
Jaap zegt
Zoveel goede zorgen Roelof, sterkte in Mokum weer.
Hippo zegt
Iedereen en alles boft maar op deze manier 🙂