Op mijn laatste reis begin ik op een locatie waar ik eerder erg gelukkig was.
Dat ben ik nu weer zodat ik het erop waag en inga op de uitnodiging van de gastvrouw om met haar en honden een woestijnwandeling te maken.
Band met twee flessen water om de heupen, camera in de hand.
Al na tien meter beginnen de vragen.
Eerst over hoe Nederland eruit ziet, dan wat mijn werk was en waarom ik alleen ben en eerlijk gezegd zit ik niet zo verlegen om dat persoonlijke gedoe maar ik wil niet flauw doen dus geef globaal antwoord.
Wanneer we even stoppen drink ik water en laat de honden drinken uit mijn drinkbeker.
“You are so sweet! you are so sweet!” en dan de vraag of ik dezelfde route terug wil of een stuk klimmen.
Klimmen zal het zijn en zij gaat vlot vooruit en ik stop soms om te kijken hoe ik het beste een stukje naar boven kom en neem ook foto’s.
Wanneer ik haar en honden bereik neem ik nog een foto, wil wat drinken maar zij staat snel op en zet via een andere route de terugtocht in.
Zó snel dat ik haar rap uit het oog verlies.
Ik roep haar naam.
Niks.
Zoek zelf openingen en wanneer ik het eindelijk heb gevonden zie ik in de verte nog nét hoe zij bij het huis aankomt en zonder zelfs maar over haar schouder te kijken direct naar binnen gaat.
Ik heb iets fout gedaan.
Maar wát? Was ik niet openhartig genoeg? Heb ik niet genoeg vragen *terug* gesteld?
Was ik niet enthousiast genoeg over de natuur? Was ik te traag?
Nee, dat laatste was het niet, ik had haar gewaarschuwd dat ik wellicht ‘out of shape’ was aangezien ik geen idee had in wélke shape ik was.
In elk geval is mijn stemming geheel omgeslagen, voel ik me ellendig en blijf ik maar piekeren.
Zelfs de vogels en konijntjes en eekhoorns kunnen me niet opvrolijken.
’s Avonds stuur ik haar man (dat is de enige die de PC bedient) een paar van de foto’s.
Die vindt mn de foto’s die ik nam van háár erg goed.
Omdat ik zo goed heb getroffen hoe zij één is met de woestijn en de hondjes.
Extra knap, die foto’s, omdat zij gewoonlijk ‘camera shy’ is.
Mijn kennis van het Amerikaans schiet tekort of hij formuleert het eufemistisch.
Want ik vertaal ‘camera shy’ als ‘wil niet graag geportretteerd’ met als reden dat ze denkt dat ze niet goed op de foto staat.
Pas later denk ik: waarschijnlijk bedoelde hij dat ze helemaal niet op de foto wil (nb deze foto’s waren van achteren).
Nóg later denk ik: zeg dat dan!
Je zag dat ik mijn camera bij me had. Je wist dat ik alles fotografeer. Je merkte het -vermoed ik- al bij de 1e foto.
Van de drie.
Had dan gezégd: ik wil niet op de foto.
Had jou een hoop ongemak en mij een hoop verdriet bespaard.
Wat een ijselijk gedoe. Wat naar om iemand zo achter te laten zonder boe of bah. Moet jij nu raden wat er aan de hand was? Kouwe douche in de woestijn….., zucht.
Het verpestte echt mijn verblijf daar.
Achteraf, als ik het zo opschrijf (met alle hints al in het verhaaltje) denkt een lezer allicht: maar dat was toch duidelijk?!
Maar dat was het toen écht niet.