Toen ik in mei in Kingman was, was er een leuke man die bij een benzinepomp de deur openhield voor wie naar binnen wou.
Vriendelijk, smile.
Thank you!
Later die dag zag ik hem bedelen langs de weg.
En bedacht ik: waarschijnlijk hield hij toen ook de deur niet ‘zomaar’ open.
Maar het was me niet opgevallen, dat hij met zijn smile geld wilde.
In september zie ik hem weer.
Hij zit langs dezelfde straat (Stockton Hill Rd) op een plek waar je niet eens kunt stoppen om geld te geven.
Hij lacht vriendelijk en maakt het Peace-teken met zijn hand.
Ik lach terug en zwaai.
Een dag later zie ik hem op een plek waar hij nog steeds niet bedelt maar nu snap ik het en ik draai een parkeerplaats op die er naast ligt.
Tot mijn stomme verbazing staat hij direct naast mijn auto waar ik aan de passagierskant het raampje opendraai.
Ik ervaar het niet als dwingend maar als attent: mijn bedoeling was inderdaad om uit te stappen en hem geld te geven.
Ik haal een biljet van 5 dollar uit mijn portemonnee en geef hem dat.
“Bless you” zegt hij. “God bless you and your family”. Dat herhaalt hij een aantal keren.
Ik heb geen familie. Maar het is flauw om dat terug te zeggen.
Dus glimlach ik vaag en zeg dat ik hem in mei ook al hier zag.
-geen reactie-
En dat ik hoop dat wanneer ik volgend jaar mei terugkeer ik hem wéér zal zien.
“Bless you. God bless you and your family”, herhaalt hij.
Ik lach vriendelijk en rijd naar verderop op de parkeerplaats.
Geef een reactie