Afgelopen zaterdag word ik ziek.
Keelpijn, misselijk, prikkende ogen.
Koorts.
Dat zeurt door tot ik vandaag hoestbuien en niesbuien krijg en de tissues met dozen er doorheen jaag.
Niet fijn maar ook niet erg.
Want ik heb geen afspraken, hoef nergens heen behalve naar de Plusmarkt om eten te halen voor de dieren (en slobberwijn die in de aanbieding is voor mezelf).
Vanmiddag dacht ik: zou dit zo’n moment zijn waarop het fijn is een man te hebben die soep voor je maakt en thee zet en ‘ach gossie’ doet.
Nee. Ik hoef geen man.
Maar als-ie de boodschappen zou doen en die met een vriendelijke glimlach zou aanreiken om dan weer weg te gaan, dat zou misschien wel handig zijn.
Alleen heet zoiets niet een ‘man’, dat noemen we personeel.
Geef een reactie