Bij Shabnam broedt nu al elf dagen een lieve eend op ongeveer tien eieren.
Hier broedt niemand maar regelmatig stormt een paartje eend het erf op.
Zij (die elders in de polder zit te broeden) probeert in zo kort mogelijke tijd zoveel mogelijk te eten.
Als het er (nog) ligt: kippengraan.
Anders kippengraan-met-legmeel en desnoods broodkruim.
Deze eend is aangewezen op broodkruim.
Ik zou haar best graan willen toewerpen maar juist nú is ze extra voorzichtig met het kostbare broedlijfje zodat ze waarschijnlijk vlucht zodra ze me ziet naderen.
Lief vind ik hoe het mannetje staat toe te kijken.
Zelf eet hij niets. Hij waakt.
Mooi. Deze eend heeft tenminste een stoere bewaker. En ze wordt goed verzorgd. Wat een lekkere volle bak eten.